Archief | Tips en advies

Trouwen of samenwonen? Wat je misschien nog niet wist.

Een lang en gelukkig leven met je partner bekom je niet zomaar. Een duurzame relatie bestaat uit goede afspraken, ook op lange termijn. Daarom schreef Bart Chiau, professor aan de UGent, het boek ‘Trouwen of samenwonen?’, een boek dat koppels bijstaat tijdens sleutelmomenten in hun leven.  Het is geen pleidooi voor trouwen, wettelijk of feitelijk samenwonen, maar een boek dat je wijst op de verschillen tussen de samenlevingsvormen, de gevolgen ervan en hoe je erop kan anticiperen. 

Eerst even de puntjes op de i, wat is nu het verschil tussen wettelijk of feitelijk samenwonen, trouwen en een samenlevingscontract?

  • Feitelijk samenwonen: Je woont samen onder één dak, verder heb je amper rechten of plichten ten opzichte van elkaar. Je kan ook met meer dan twee personen feitelijk samenwonen.
  • Wettelijk samenwonen: dit kan enkel met twee, maar dat kunnen familieleden zijn. Je legt samen een verklaring van wettelijk samenwonen af bij de burgerlijke stand van je gemeente. Dit komt ook in het Rijksregister. Hier heb je wel een aantal rechten en plichten ten opzichte van elkaar.
  • Een samenlevingscontract: zowel als je feitelijk als wettelijk samenwonend bent, kan je een samenlevingscontract hebben. Hierin kan je alles opnemen met betrekking tot de organisatie van het samenleven en het bezit van goederen. Je kan elkaar via deze weg extra beschermen wanneer de relatie zou eindigen.
  • Trouwen: Het huwelijk is een verbintenis tussen twee mensen, voltrokken door een ambtenaar van de burgerlijke stand. Wanneer je trouwt, gelden er tussen jou en je echtgenoot specifieke rechten en plichten.

Wat je moet weten wanneer je samen met je partner een huis huurt.

  • Als je getrouwd bent of wettelijk samenwoont en een van de twee partners overlijdt, dan erft de langstlevende het vruchtgebruik over de gehuurde gezinswoning. Stel dat je feitelijk samenwoont, dan gaan de rechten en plichten van de partner met betrekking tot de huurovereenkomst over naar zijn erfgenamen.
  • Als je feitelijk samenwoont, maar je partner heeft de huurovereenkomst ondertekend en jij niet, dan heb jij geen rechten en geen plichten ten opzichte van de huurder. In het geval dat je getrouwd bent, word je door jullie huwelijk automatisch medehuurder en heb je dezelfde rechten en plichten. Voor wettelijk samenwonenden geldt dit ook, zolang je blijft samenwonen.

Wat je moet weten wanneer je samen met je partner een huis koopt.

  • Ben je getrouwd of wettelijk samenwonend, dan kan je niet op je eentje beslissen om de gezinswoning te verkopen, te verhuren of in pand te geven. Je hebt hiervoor altijd akkoord nodig van je partner. Bij feitelijk samenwonen hoeft dit niet.
  • Wat gebeurt er met het huis wanneer je partner overlijdt? Ben je getrouwd of wettelijk samenwonend dan erf je volgens het wettelijk erfrecht het vruchtgebruik op de gezinswoning. Ben je feitelijk samenwonend, dan erf je niets.

Gevolgen voor je belastingen

  • Gehuwden en wettelijk samenwonenden krijgen gezamenlijke belastingaangifte, daardoor is er een fiscale optimalisatie mogelijk. Wie feitelijk samenwonende is, wordt fiscaal als alleenstaande beschouwd en krijgt een aparte aangifte.
  • Bij gehuwden en wettelijk samenwonende kan je de huwelijksquotiënt toepassen. Dit leidt tot minder belastingen. Dit is niet mogelijk bij feitelijk samenwonenden.

Wat je moet weten wanneer je op pensioen gaat

  • Enkel wanneer je gehuwd bent, heb je recht op een gezinspensioen als slechts een van de twee partners gewerkt heeft. Bij wettelijk of feitelijk samenwonen kan dit niet.
  • Een overlevingspensioen is enkel mogelijk voor gehuwden.
  • Wie getrouwd is of wettelijk samenwonend is, heeft de mogelijkheid om zijn partner als begunstigde bij overlijden aan te duiden in het kader van een pensioenspaarverzekering of een levensverzekering in het kader van het lange termijnsparen. Wie feitelijk samenwoont kan dat niet.
  • Het aanvullend pensioen dat kan worden opgebouwd in de tweede pensioenpijler is hoger voor gehuwden en wettelijk samenwonenden dan voor feitelijk samenwonenden.

Wat je moet weten over erven en schenkingen

  • Ben je gehuwd dan erf je op basis van het wettelijk erfrecht het vruchtgebruik op de totale nalatenschap van je partner. Als wettelijk samenwonende erf je enkel het vruchtgebruik op de gezinswoning en de inboedel. Als feitelijk samenwonende erf je volgens het wettelijk erfrecht niets.
  • Als huwelijkspartner ben je een reservatair erfgenaam en heb je dus een gewaarborgd minimum erfrecht. De feitelijk en wettelijk samenwonende is geen reservatair erfgenaam.
  • Schenkingen tussen echtgenoten zijn steeds herroepbaar. Dat is niet het geval bij feitelijk en wettelijk samenwonenden. Daar zijn schenkingen onherroepelijk.

Wie zijn nabestaanden extra financieel wil beschermen na overlijden kan overwegen om een overlijdensverzekering af te sluiten.

Wil je meer weten? Het boek Trouwen of samenwonen?’ bundelt alles op een overzichtelijke manier. Je hebt geen juridische of fiscale voorkennis nodig. Bart Chiau slaagt erin om aan de hand van voorbeelden op een duidelijke en begrijpelijke manier een antwoord te bieden op alle praktische vragen over de verschillende samenlevingsvormen.

 

Lees het volledige bericht

Sneeuwkettingen? Wat is verplicht in de auto in het buitenland en hoe plaats ik deze?

In het buitenland geldt een andere regelgeving voor wat u in uw auto moet hebben. Speciaal voor u heb ik de verplichte uitrusting op een rijtje gezet.

Sneeuwkettingen zijn soms verplicht

  • In vele landen, waaronder de traditionele skilanden, is het gebruik van sneeuwkettingen verplicht op specifieke wegen zoals bijvoorbeeld op besneeuwde bergpassen.
  • De verplichting wordt er aangegeven met een welbepaald verkeersbord en geldt voor alle type voertuigen, inclusief de 4×4, kampeerauto’s, autocars en vrachtwagens.
  • De verplichting geldt ook als de wagen voorzien is van winterbanden.

Waarom zijn sneeuwkettingen nuttig?

  • Sneeuwkettingen bieden een ideale grip op de sneeuw en worden best gebruikt in combinatie met winterbanden. In talrijke landen zijn winterbanden immers verplicht voor alle voertuigen in winterse omstandigheden.
  • De maximumsnelheid van een auto met sneeuwkettingen bedraagt zowat 50 km/uur. Die snelheid wordt doorgaans aangegeven op de verpakking van de sneeuwkettingen.
  • Sneeuwkettingen worden niet toegelaten in tunnels of wanneer hun gebruik het wegdek kan beschadigen.

Enkele tips en weetjes

  •  Sneeuwkettingen worden best gemonteerd op de wielen met aandrijving.
  • Informeer u vóór het vertrek naar de verplichtingen om over sneeuwkettingen te beschikken. De Dienst voor Toerisme van uw skistation zal u kunnen informeren over de noodzaak om over sneeuwkettingen te beschikken om het gebied te bereiken.
    Als u niet voorzien bent van de geschikte uitrusting, zal u rechtsomkeer moeten maken en sneeuwkettingen moeten kopen in een nabij gelegen autocentrale, een garage of in een “doe-het-zelf-winkel” .
  • Let wel: misschien laten de weersomstandigheden toe dat u uw bestemming bereikt zonder sneeuwkettingen te moeten gebruiken, maar dit zal misschien niet meer het geval zijn bij uwterugreis. In dat geval zal het misschien niet zo makkelijk zijn om sneeuwkettingen te vinden in uw vakantieoord!
  • Sneeuwkettingen worden verkocht of verhuurd door de meeste autodealers en bandencentra. Ga bij de aankoop of de huur van de kettingen goed na of ze bij uw wagen passen.
    Voor sommige type auto’s is het gebruik van sneeuwkettingen echter afgeraden omdat ze de wagen kunnen beschadigen.
  • Best is om thuis vóór het vertrek het monteren van de sneeuwketting op de autoband in te oefenen. Dit is niet enkel nuttig om zeker te zijn dat de sneeuwketting op de autoband past, maar ook om met kennis van zaken de sneeuwketting snel en veilig te kunnen plaatsen vanaf het ogenblik dat ze verplicht wordt.
    Veel autobestuurders trachten dit voor de eerste keer te doen langs de kant van de weg in veelal moeilijke omstandigheden en zonder enige ervaring, met alle gevolgen van dien.
    Zo krijgen de bijstandscentrales elk jaar tientallen oproepen van autobestuurders die in de sneeuw vastzitten omdat ze niet over sneeuwkettingen beschikken of ze niet kunnen monteren.
  • Zorg ervoor dat de sneeuwkettingen in de wagen binnen handbereik liggen (bvb bovenaan de bagage), voorzie degelijke (warme) werkhandschoenen en eventueel een werkkledij. Gebruik desnoods de vloermat van de bestuurder om op te knielen bij het aanbrengen van de sneeuwkettingen. Een goede zaklamp zal nodig zijn indien de kettingen ’s nachts of bij schemerlicht worden gemonteerd.
  • Haal de sneeuwkettingen van de autobanden van zodra ze niet meer nodig zijn. Ze mogen immers niet gebruikt worden wanneer ze het wegdek beschadigen.
  • Er bestaan alternatieven, zoals de “sneeuwsokken”. Deze hebben een betere grip dan winterbanden op een besneeuwd wegdek, maar ze zijn niet even efficiënt als de sneeuwkettingen. Sneeuwkettingen moeten dus gemonteerd worden als ze verplicht zijn.

In welke landen zijn sneeuwkettingen verplicht?

  • Bord-sneeuwkettingOp veel winterse bestemmingen is het verplicht om sneeuwkettingen te gebruiken of in de auto te hebben. In landen als Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, Zwitserland en Italië gelden tijdens de wintermaanden speciale regels omtrent het gebruik en bezit van sneeuwkettingen.
  • De verplichting om sneeuwkettingen te gebruiken op bepaalde wegen wordt aangegeven met een speciaal verkeersbord  (blauw bord met afbeelding van een autoband met een sneeuwketting) langs de weg en kan ook van toepassing zijn buiten het winterseizoen afhankelijk van de weersomstandigheden.

Wij zetten daarom precies voor u op een rijtje wat deze landen precies voorschrijven.

Duitsland: Wanneer sneeuwkettingen verplicht zijn in bepaalde winterse omstandigheden, dan wordt dit in Duitsland aangegeven met een blauw bord. De maximumsnelheid met sneeuwkettingen is 50 km per uur. Bovendien is het hier verplicht om winterbanden op de auto te hebben en voldoende ruitenvloeistof.

Frankrijk: In Frankrijk mogen sneeuwkettingen enkel worden gebruikt wanneer er sneeuw op de weg ligt. Op vele wegen is het met sneeuwval verplicht om sneeuwkettingen te gebruiken. Ook winterbanden zijn bij winterse omstandigheden verplicht in Frankrijk

Oostenrijk: In Oostenrijk mogen sneeuwkettingen alleen gebruikt worden als dit noodzakelijk is en de weg niet beschadigd. Wanneer het verplicht is om te rijden met sneeuwkettingen dan wordt dat door het bekende blauwe bord aangegeven. In Oostenrijk is de aanbevolen snelheid met sneeuwkettingen 40 km per uur. Ook winterbanden zijn bij winterse omstandigheden verplicht.

Italië: Van 15 oktober tot 15 april is het in de Aostavallei en op de Brenner autobahn A22 verplicht om sneeuwkettingen in de auto te hebben. In andere delen van Italië is het niet algemeen verplicht, maar kan dat op bepaalde wegen wel het geval zijn. Dat wordt dan aangegeven door middel van verkeersborden.

Zwitserland: In Zwitserland geldt hetzelfde principe als in Oostenrijk: wanneer de toestand van de weg vraagt om sneeuwkettingen, dan zijn deze verplicht. Ook hier wordt dat aangegeven met een verkeersbord. De maximumsnelheid bedraagt 50 km per uur. In de St. Gotthard- en San Bernardinotunnel, evenals in de Selisberg, is het gebruik van sneeuwkettingen verboden.

Tsjechië: Tijdens de wintermaanden is de aanwezigheid van sneeuwkettingen in de auto verplicht, het gebruik is echter alleen toegestaan wanneer er sneeuw op de weg ligt. Daarnaast geldt van 1 november tot en met 31 maart een verplichting tot het gebruik van winterbanden. Deze moeten voorzien zijn van M+S aanduiding en een minimale profieldiepte van 4 mm.

Kroatië: Ook in Kroatië is de aanwezigheid van sneeuwkettingen in de auto verplicht. Het gebruik van de sneeuwkettingen is daarentegen verplicht wanneer er minimaal 5 cm sneeuw op het wegdek ligt. Daarnaast is er ook een verplichting tot het hebben van een sneeuwschep in de auto tijdens winterse omstandigheden.

Slowakije: In Slowakije is het gebruik van sneeuwkettingen enkel toegestaan wanneer de weg bedekt is met sneeuw of ijs. Het wegdek mag namelijk niet beschadigd raken door het onnodig gebruik van sneeuwkettingen.

 

Hoe moet je sneeuwkettingen omleggen? In deze video laten we je zien hoe je dit in een paar stappen doet. Na deze tutorial wordt sneeuwkettingen omleggen een fluitje van een cent.

 

bron

www.europ-assistance.be
https://www.sneeuwkettingenstore.com

Lees het volledige bericht

Een belastingvermindering na de afbetaling van uw woonkrediet: kan dat nog?

Een belastingvermindering na de afbetaling van uw woonkrediet: kan dat nog?

 

De regering raakt dan toch niet aan het federale belastingvoordeel voor tweede verblijven. Dat opent mogelijkheden voor wiens woonkrediet binnenkort is afbetaald en toch een belastingvermindering wil blijven genieten. Roel Van Espen

Wie vandaag een nieuwe hypothecaire lening afsluit voor de aanschaf of bouw van zijn gezinswoning, kan geen aanspraak meer maken op een belastingvermindering in het kader van de woonbonus. In Wallonië werd dit voordeel al op 1 januari 2016 vervangen door de chèque habitat of wooncheque. Die combineert een forfaitair belastingvoordeel per kind ten laste met een variabel deel per persoon dat afhankelijk is van het inkomen.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ruilde de woonbonus een jaar later in voor een systeem met een verhoogde vrijstelling van de registratierechten. Vlaanderen was de laatste regio om het systeem te schrappen en te vervangen door een lagere registratiebelasting voor de enige gezinswoning. Dat gebeurde op 1 januari 2020.

De afschaffing van de woonbonus in de drie gewesten is enkel van toepassing op nieuwe woonkredieten. Voor kredieten die afgesloten werden vóór de invoeringsdatum van het nieuwe regime, blijven woningeigenaars het fiscaal voordeel behouden gedurende de nog resterende looptijd.

Zolang uw ‘oude’ hypotheeklening blijft lopen, hoeft u zich dus geen zorgen te maken over het verlies van een belastingvermindering. Maar wanneer de einddatum van uw huidige kredietovereenkomst in zicht komt, doet u er goed aan om eens na te denken over de verschillende opties.

Een heropname

U zou alvast kunnen overwegen om (een gedeelte van) het reeds terugbetaalde kapitaal opnieuw op te nemen, bijvoorbeeld voor de renovatie van uw woning. Dat kan bij de meeste kredietgevers. Bij sommige banken kunt u zelfs een nog groter bedrag heropnemen. Omdat zo’n wederopname binnen het lopende krediet gebeurt, hoeft u niet opnieuw naar de notaris. U betaalt dus geen tweede keer notaris-, akte- of hypotheekkosten. De bank rekent u mogelijk wel dossierkosten aan.

De looptijd van zo’n heropname kiest u in principe zelf. Die moet niet dezelfde zijn als de resterende termijn van het lopende krediet. Maar kunt u op deze manier dan niet het voordeel van de woonbonus verlengen met enkele jaren? Helaas: de fiscus beschouwt een heropname van een lopend krediet als een nieuwe lening. Dat betekent dat u hiervoor geen belastingvermindering meer kunt genieten in het kader van de woonbonus.

Wat met een herfinanciering?

Wanneer u een bestaande hypotheeklening laat herfinancieren met het oog op een gunstigere rentevoet, dan wijzigt er in principe niets aan het fiscaal voordeel. “Zo’n herfinanciering wordt beschouwd als een voortzetting van het oorspronkelijke krediet”, weet Bart Chiau, professor aan de UGent en senior expert bij financiële dienstverlener NN. “Met andere woorden: de woonbonus blijft dan van toepassing. Dat is evengoed het geval wanneer u uw bestaande lening herfinanciert bij een andere bank.”

Let wel, het voordeel van de woonbonus geldt enkel en alleen als de herfinanciering betrekking heeft op het openstaande saldo van de oude lening. Leent u om een of andere reden méér dan het bedrag dat nog openstaat? Dan wordt de bijkomend geleende som beschouwd als een nieuwe lening. En die komt niet meer in aanmerking voor de woonbonus.

Weet dat ook bij een pandwissel of hypotheekoverdracht het bestaande fiscaal voordeel behouden blijft. “Zo’n pandwissel is bedoeld voor wie zijn huidige woning verkoopt en een nieuwe woonst koopt”, legt Bart Chiau uit. “De hypothecaire inschrijving op het eerste pand wordt dan overgedragen naar de nieuwe woning. Dat is handig wanneer de voorwaarden van de oorspronkelijke lening interessanter zijn dan die van een nieuw krediet. Een voorwaarde is wel dat de notaris de aktes voor de verkoop van de oude woning, voor de aankoop van de nieuwe woonst én voor de hypotheekoverdracht tegelijk opstelt.”

Een tweede verblijf

U zou ook de aanschaf van een tweede verblijf kunnen overwegen. Want ondanks de afschaffing van de woonbonus voor de gezinswoning is er nog altijd het federale belastingvoordeel voor langetermijnsparen. Wanneer u vandaag een nieuw hypothecair krediet afsluit voor een vastgoedinvestering – dus een investering in een niet-gezinswoning – komt u hiervoor in aanmerking.

“De betaalde interesten leveren u alvast een belastingvoordeel op via de federale gewone interestaftrek”, zegt Bart Chiau. “Uw tweede verblijf wordt namelijk belast op basis van het netto belastbaar onroerend inkomen. Die belasting kunt u evenwel verminderen of zelfs volledig neutraliseren door daar de betaalde interesten van af te trekken.”

In de fiscale korf voor het langetermijnsparen mag u in inkomstenjaar 2021 tot 2.350 euro (die maximumgrens is afhankelijk van uw inkomen) aan kapitaalaflossingen en premies voor de gekoppelde schuldsaldoverzekering inbrengen. De belastingvermindering bedraagt dan 30 procent, wat de maximale besparing per belastingplichtige op (2.350 x 30 procent =) 705 euro brengt.

Het zag er even naar uit dat het federale belastingvoordeel voor tweede verblijven in de toekomst zou verdwijnen. De groenen, de socialisten en de christendemocraten hadden daar eerder dit jaar op aangedrongen. Vorige maand maakte de regering evenwel bekend niet aan de bestaande regeling te zullen raken.

Een levensverzekering

In de fiscale korf voor het langetermijnsparen kunt u ook de stortingen in het kader van een individuele levensverzekering kwijt. Meer bepaald: de premies voor het langetermijnsparen met het oog op een extralegale pensioenopbouw. Een voorwaarde is dat u het contract aangaat vóór de leeftijd van 65 jaar, en dat de overeenkomst minstens tien jaar loopt. Ook bijdragen na uw 65ste komen dus in aanmerking.

“Er gelden weliswaar enkele voorwaarden”, merkt Bart Chiau op. “Uzelf dient, als diegene die het contract voor langetermijnsparen aangaat, de verzekerde te zijn. De aangeduide begunstigde mag uw echtgenoot of wettelijk samenwonende partner zijn, maar ook een bloedverwant tot de tweede graad: (groot)ouder, (klein)kind, broer of zus.”

“Houd sowieso rekening met de hierboven reeds aangehaalde maximumgrens van 2.350 euro voor de gehele fiscale korf. Daardoor zal u in de praktijk wellicht een keuze moeten maken van wat u hierin precies onderbrengt: ofwel de kapitaalaflossingen en premies voor de schuldsaldoverzekering van een krediet voor een tweede verblijf, ofwel de stortingen voor uw individuele levensverzekering.”

Bron: Knack e-tips, 11/21

Lees het volledige bericht

Bescherm jezelf als ondernemer

Sommige verzekeringen moet je als ondernemer verplicht afsluiten, denk maar aan een arbeidsongevallenverzekering voor je personeel, burgerlijke aansprakelijkheid voor de voertuigen en burgerlijke aansprakelijkheid brand en ontploffing. Bovendien moet je in bepaalde sectoren rekening houden met specifieke verplichte verzekeringen.

 

Andere verzekeringen zijn niet wettelijk verplicht, maar misschien wel wenselijk als ondernemer. Zo is het nuttig om een verzekering bestuurdersaansprakelijkheid af te sluiten. Tijdens de uitoefening van je bestuursmandaat kan je fouten maken die aanleiding kunnen geven tot hoge schadeclaims waarvoor je persoonlijk aansprakelijk bent.

 

Belgen verzekeren hun auto, hun woning, hun smartphone… kortom hun materieel bezit maar vergeten het belangrijkste en dat zijn hun nabestaanden.

Als ondernemer heb je een mooi kapitaal opgebouwd en geniet je een bepaalde levensstijl.

Wat gebeurt er als je er niet meer ben? Zijn jouw partner en kinderen beschermd? Hoe kunnen zij hun levensstandaard behouden na je overlijden? De kosten van de erfbelasting en de begrafenis kunnen hoog oplopen. Zijn er voldoende middelen om deze te financieren?

Een overlijdensverzekering zorgt ervoor dat je nabestaanden geen financiële zorgen zullen hebben.

Is de overdracht van jouw bedrijf geregeld. Heeft een medevennoot voldoende financiële middelen om jouw aandelen over te kopen van jouw erfgenamen? Met een overlijdensverzekering kan je dit opvangen.

 

Verlies bij het ondernemen jouw verzekeringen en aansprakelijkheid niet uit het oog.

 

Lees het volledige bericht


Wat te doen bij een conflict met een luchtvaartmaatschappij?

Vlucht vertraging of geannuleerd?

Een hele tijd geleden boekte je een heen-en-terugvlucht, maar je verneemt nu dat de vlucht met vertraging zal vliegen of geannuleerd is. Wat moet je doen?

Ben je al op de luchthaven, ga dan naar de incheckbalie of naar de boarding gate en vraag de tekst waarin je rechten worden uiteengezet, met name die met betrekking tot compensatie en bijstand.

Controleer allereerst of er een vervangingsvlucht is voor de vertraagde of geannuleerde vlucht en of je hiervoor in aanmerking komt.
Is er geen vlucht beschikbaar, boek dan een andere vlucht en bewaar het ticket en betalingsbewijs.

Afhankelijk van het aantal uur vertraging of als de vlucht werd geannuleerd, heb je recht op bijstand ter plaatse. Hierover later meer.

Weer thuis meld je de schade aan je reisverzekeraar (als je zo’n verzekering hebt afgesloten) en doe je aangifte bij je rechtsbijstandsverzekeraar.

Welke procedure moet je volgen om een compensatie te krijgen van de reisorganisator?

Je kunt je rechtsbijstandsverzekeraar vragen compensatie te eisen van de reisorganisator of je kunt zelf een klacht indienen via het Europese formulier (EU261).

Om geldig een klacht te kunnen indienen, moet je de bewijsstukken van je schade bewaren. Dit zijn de vliegtickets van de vertraagde of geannuleerde vlucht en eventueel het ticket en betalingsbewijs van de vervangende vlucht.
Bewaar ook het bericht van de reisorganisator waarmee deze je informeerde dat je vlucht vertraagd of geannuleerd was. Heb je zo geen bericht ontvangen, maak dan eventueel een foto van het bord met de vluchtinformatie.

Naast de terugbetaling van de tickets, heb je volgens Verordening (EG) nr. 261/2004 van he Europees Parlement en van de Raad van 11 februari 2004, ook recht op een compensatie per passagier.

Om deze te bepalen, berekent u het aantal kilometer tussen de luchthaven van vertrek en de luchthaven van bestemming.
Het bedrag van de compensatie bedraagt 250 euro voor een vlucht van 1500 km of minder,
400 euro voor vluchten van meer dan 1500 km binnen de Europese Unie en voor andere vluchten tussen 1500 en 3500 km en 600 euro voor alle andere vluchten.

Deze compensatie kan worden verlaagd met 50 % als een andere vlucht werd aangeboden en afhankelijk van het aantal uren dat is verstreken na het geplande aankomstuur van de oorspronkelijke vlucht.

Naargelang van het aantal uur vertraging heb je ook recht op maaltijden en verfrissingen ter plaatse tijdens de wachttijd, hotelaccommodatie als noodzakelijk en vervoer tussen de luchthaven en de plaats van de accommodatie. Je hebt ook recht op twee gratis telefoongesprekken.

Wat te doen als de luchtvaartmaatschappij failliet ging of in vereffening is?

In dat geval hoef je je geen zorgen te maken. De reisorganisatoren zijn verplicht zich te verzekeren tegen insolventie (21 november 2017. – Wet betreffende de verkoop van pakketreizen, gekoppelde reisarrangementen en reisdiensten).

In geval van insolventie van een professioneel biedt de verzekeringsovereenkomst krachtens artikel 12 van het koninklijk besluit van 29 mei 2018 betreffende de bescherming tegen insolventie bij de verkoop van pakketreizen, gekoppelde reisarrangementen en reisdiensten de volgende dekking:
1° de voortzetting van de reis, indien dit mogelijk is;
2° de terugbetaling van de bedragen die de begunstigde reeds heeft voldaan bij het sluiten van de overeenkomst met de professioneel;
3° de terugbetaling van de bedragen van de reisdiensten die niet kunnen worden verstrekt als gevolg van de insolventie van de professioneel;
4° de repatriëring van de reizigers, wanneer de uitvoering van de overeenkomst met de professioneel reeds een aanvang heeft genomen en deze overeenkomst voorziet in het vervoer van de begunstigde, en indien nodig, de accommodatie in afwachting van de repatriëring.
§ 2. Bij een schadegeval bepaalt de verzekeraar de meest aangewezen tussenkomst ten gunste van de reiziger.

Wat te doen bij een staking of andere gevallen van overmacht ingeroepen door de maatschappij?

De overheid stelde eerder dat overmacht niet mag worden ingeroepen door luchtvaartmaatschappijen om hun verantwoordelijkheid te ontlopen en te weigeren een compensatie uit te keren aan de passagiers.

Er bestaan immers verschillen naargelang van de hoedanigheid van de initiatiefnemers van de staking.
Betreft het personeel van een bedrijf dat actief is op de luchthaven, dan kan de luchtvaartmaatschappij zich beroepen op overmacht.
Gaat de staking uit van het personeel van de luchtvaartmaatschappij zelf, dan is er geen sprake van overmacht. Staakt het personeel van de luchtvaartmaatschappij zonder aanzegging, dan is de staking geen geval van overmacht.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie beschouwt een technisch probleem op zich niet als overmacht.

Er moet dus geval per geval worden nagegaan of de overmacht waarop de luchtvaartmaatschappij zich beroept, correct is en of er compensatie moet betaald worden.

 

Denk eraan dat dergelijke procedures lang duren en onzeker zijn omdat sommige maatschappijen er alles aan doen om passagiers geen of geen correcte compensatie te moeten betalen.

Luchtvaartmaatschappijen stellen dikwijls een forfaitaire compensatie voor. Afhankelijk van de omstandigheden is het aangewezen om deze te aanvaarden en niet voor een lange en onzekere procedure te kiezen.

Bron: Euromex

Lees het volledige bericht

Margo gaat bij haar vriendin Sabine wonen, wat met de woonfiscaliteit?

Intrekken bij jouw partner en ook genieten van de woonfiscaliteit

Sabine heeft voor de aankoop van haar woning een hypothecaire lening afgesloten. Haar partner Margo komt bij haar inwonen. Margo wil ook haar duit in het zakje doen en bijdragen in de gemeenschappelijke kosten. Zij stort maandelijks een bedrag op de rekening van Sabine om de maandlast van de hypothecaire lening te helpen betalen.

Enkel Sabine heeft echter fiscaal voordeel voor de terugbetaling van haar hypothecaire lening omdat zij destijds bij de bank alleen de lening heeft afgesloten. Niettegenstaande Margo helpt met de terugbetaling van de lening van hun gezamenlijke woning, kan zij geen fiscaal voordeel genieten.

Kan Margo dan mede-ontlener en mede-eigenaar worden van de woning van Sabine? Hoe los je dat in praktijk  op een eenvoudige en goedkope manier op? Heeft zij dan ook automatisch recht op belastingvermindering? En wat als Sabine overlijdt? Mag haar partner Margo dan in de woning blijven wonen?

Wij helpen u graag verder met de gepaste oplossingen om er voor te zorgen dat Margo ook fiscaal voordeel kan genieten en in de woning kan blijven wonen mocht Sabine plots overlijden.

Contacteer ons voor meer informatie

[vfb id=5]  
Lees het volledige bericht

Lars en Jens wonen feitelijk samen, wat als Lars plots zou overlijden?

In welke mate bent u beschermd bij het overlijden van uw partner?

Lars en Jens wonen al vier jaar feitelijk samen. Het koppel heeft samen een woning gekocht die ze elk voor de helft hebben gefinancierd. Ze hebben ook een gemeenschappelijke zicht- en spaarrekening. Maar wat gebeurt er als Lars plots zou overlijden?

De nalatenschap van Lars wordt op basis van het wettelijk erfrecht verdeeld aan zijn wettelijke erfgenamen. Dat zijn de ouders, broers, zussen… van Lars. Zijn partner Jens krijgt als feitelijk samenwonende partner helemaal niets. Er bestaat immers geen wettelijk erfrecht tussen feitelijk samenwonenden. Bovendien bestaat het risico dat Jens hun woning zal moeten verlaten als hij het deel van de woning dat eigendom was van zijn overleden partner, niet kan overkopen van de familie van Lars.

Moeten zij dan een verklaring van wettelijk samenwoning afleggen bij de burgerlijke stand of trouwen? Of kunnen ze dit ook oplossen met een testament en/of een beding van aanwas? Wij helpen u graag verder met de gepaste oplossingen om te vermijden dat u naast de emotionele lijdensweg nog zou geconfronteerd worden met heel wat praktische en financiële problemen.

Contacteer ons voor meer informatie

[vfb id=5]
Lees het volledige bericht

Welke verzekeringen kan ik best nemen als ik op reis ga?

Als je op reis vertrekt is het op verzekeringsvlak belangrijk waar je naartoe trekt en hoe je zal reizen. Ga je naar het buitenland? Buiten Europa? Vertrek je met de auto? Doe je een backpacking reis?Welke reisverzekering heb ik nodig?

Welke waarborgen

Een reisbijstandsverzekering is zeker geen overbodige luxe. Buiten de medische kosten (bijstand aan personen) kan jouw reisverzekering worden aangevuld met o.a. een annulatieverzekering, een bagageverzekering en bijstand voor het voertuig (pechverhelping). Je kiest zelf voor welke waarborgen je verzekerd wil zijn.

Via Hospitalisatie, familiale, brand- autoverzekering

Met jouw privé hospitalisatieverzekering worden de kosten van de hospitalisatie en andere medische kosten terugbetaald over de hele wereld maar met vele beperkingen. Bijstand voor personen wordt hier niet voorzien. Een annulatieverzekering komt tussen als jij of je  partner ziek zijn of een ongeval hebben gehad waardoor je niet op reis kan vertrekken. Indien je brandverzekering je inboedel waarborgt, is deze dekking ook geldig in het buitenland.  Alles wat je dan meeneemt op reis is gedekt door je brandverzekering indien ze door brand of waterschade zijn beschadigd of gestolen worden in je vakantieverblijf. Indien je een ongeval hebt in het buitenland, zal je autoverzekering geldig zijn indien het land waar je bent op de groene kaart staat. De autoverzekering is geldig in heel Europa en sommige buurlanden. Een omniumverzekering, een juridische bijstandsverzekering en een waarborg bestuurder kunnen ook nuttige waarborgen zijn in het buitenland.  De familiale verzekering dekt de verantwoordelijkheid van de hele familie bij een schadegeval veroorzaakt aan een derde in de hele wereld.

Via kredietkaart of ziekenfonds

Je kredietkaart kan ook een reisverzekering bevatten. Deze zal maar van toepassing zijn als de reis met de kredietkaart is betaald. Dikwijls zijn ook de waarborgen beperkt. Sommige mensen gaan er dikwijls van uit dat ze geen reisbijstandsverzekering nodig hebben omdat ze al aangesloten zijn bij hun ziekenfonds. Maar niets is minder waar want de tussenkomst van het ziekenfonds is vaak beperkt of zelfs nihil in het buitenland

Via uw verzekeringsmakelaar

Kortom vraag raad aan uw verzekeringsmakelaar zodat u niet hoeft wakker te liggen van onvoorziene omstandigheden tijdens uw volgende vakantie.

Lees het volledige bericht

POZ, pensioenovereenkomst voor zelfstandigen

POZ = PensioenOvereenkomst voor Zelfstandigen

Zelfstandigen en hun pensioen… alle zelfstandigen beseffen dat hun pensioen beduidend minder is dan een werknemer in loondienst.

Via een VAPZ kan u als zelfstandige een extra bedrag laten uitkeren maar daar komt in 2018 iets nieuws bij. En dit voor de zelfstandigen zonder vennootschap. Een VAPZ is een mooie oplossing maar is gelimiteerd. Daar wringt het schoentje en staat de zelfstandige dikwijls in de kou. Maar naast een VAPZ zal het mogelijk zijn om via de tweede pijler een aanvullend pensioen uit te bouwen.

Dit interessante nieuwigheid opent mooie mogelijkheden voor de zelfstandige.

Waar moet u rekening mee houden:

  • premietaks 4.4%
  • belastingvermindering van 30% in de personenbelasting (te verhogen met gemeentebelasting)
  • rekening houden met de specifieke 80% regel voor POZ (oa rekening houden met de laatste 3 jaren) (meer info kan via ons kantoor iTarget worden bekomen)
  • uitkering is afzonderlijk belastbaar in personenbelasting aan 10% bij uitkering einde termijn leven of overlijden (ook de ZIV-bijdrage van 3.55% en de solidariteitsbijdrage van 0-2% zal worden ingehouden)

POZ zal een zeer goede oplossing zijn voor de zelfstandige zonder vennootschap vanaf 2018.

Voor info kan u ons steeds contacteren.

Lees het volledige bericht

1 dodelijk ongeval op 3 op autosnelwegen gebeurt in de buurt van op– en afritten.

Bij de dodelijke ongevallen op een autosnelweg droeg meer dan een derde van de bestuurders en meer dan de helft van de passagiers die achteraan zaten hun gordel niet. Te hoge snelheid speelde een rol in 4 op de 10 dodelijke ongevallen. Op– en afritten zijn bovendien de meest risicovolle plaatsen: 1 dodelijk ongeval op 3 gebeurt daar of in de buurt ervan. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit een nieuwe studie van Vias institute die alle dodelijke ongevallen in België onderzocht.

In België wordt meer dan een derde (38%) van alle afgelegde voertuigkilometers op de autosnelwegen gereden. Het ongevalsrisico is er kleiner dan op andere delen van het wegennet, maar de ernst van de ongevallen is er wel hoger. We stellen 31 doden per 1000 letselongevallen vast, dat is 4 keer meer dan in een bebouwde kom (8 doden per 1000 letselongevallen). In het kader van deze studie heeft Vias institute op basis van PV’s van de federale politie 158 dodelijke ongevallen in de periode 2014-2015 op de autosnelwegen onderzocht, waarbij 529 personen betrokken waren.

Infrastructuur : vooral de opritten en afritten zijn dodelijk

Een dodelijk ongeval op 10 (10%) gebeurde op de op– of afrit en 1 ongeval op 5 (20%) in de buurt ervan. In totaal gebeuren dus bijna 30% van de dodelijke ongevallen op of nabij een oprit of afrit. Het risico op een ongeval is er dus hoger. 5% van de ongevallen gebeurden ter hoogte van een verkeerswisselaar. Bij één dodelijk ongeval op 8 (13%), waren er werken aan de gang op het moment dat het ongeval zich voordeed. Dit cijfer stijgt de laatste jaren en ligt 3x hoger dan in 2009 (4%).

Ongevalsfactoren : nog steeds wordt de gordel te weinig gedragen

Ongeveer een derde van de bestuurders en passagiers die betrokken waren in een dodelijk ongeval droegen hun gordel niet: 35% van de bestuurders, 21% van de passagiers voorin en…52% van de passagiers achteraan. 60% van de dodelijke slachtoffers in een ongeval op een autosnelweg droegen hun gordel niet. Snelheid speelt een rol in tenminste 38% van de dodelijke ongevallen. Het is ook opvallend dat 1 op 5 (19%) stilstond op het moment van het ongeval. Alcohol speelde een rol in meer dan 1 ongeval op 10 (11%), maar in 40% van de gevallen werd geen enkele betrokken bestuurder op alcohol getest.

Weersomstandigheden: regen is gevaarlijk

Bij 1 ongeval op 8 (12%) regende het toen het ongeval gebeurde. Gemiddeld regent het 6% van de tijd in België. Het risico op een dodelijk ongeval op een autosnelweg is dus hoger in geval van regen .Ongeveer een derde van de ongevallen (28%) gebeurden in duisternis, waarbij de openbare verlichting werkte. In 1 ongeval op 6 (17%) deed het ongeval zich voor in duisternis, zonder openbare verlichting. Het percentage dodelijke ongevallen in totale duisternis is 2x hoger op autosnelwegen dan op andere wegtypes.

Kenmerken van de weggebruikers: 1 op 20 was een voetganger

1 weggebruiker op 20 (5%) die om het leven komt in een ongeval op een autosnelweg was een voetganger. Als er zich een ongeval voordeed met een kwetsbare weggebruiker is het risico dat die overleed heel groot: 83% van de betrokken voetgangers zijn overleden. In de wagens is de mortaliteitsgraad 49%. 

Profiel van ongevallen

Dit zijn de 5 meest voorkomende ongevalsprofielen:

  • de bestuurder verliest de controle over het voertuig. (29%). De helft van de betrokken bestuurders overleeft dit type ongeval niet. Vaak spelen snelheid en/of alcohol een rol in dit type ongeval.
  • een voertuig rijdt in op de staart van een file (16%). Vrachtwagens zijn vaker betrokken bij dit type ongevalsprofiel.
  • de bestuurder wijkt af van zijn rijstrook (12%) en botst met een obstakel of met een andere weggebruiker. Deze ongevallen komen vaker voor in het duister.
  • de bestuurder maakt een fout bij het inhalen (8%). Bij 4 op de 10 ongevallen gaat het over eenzijdige ongevallen.
  • een bestuurder rijdt in op een normaal rijdend voertuig (6%). Deze ongevallen gebeuren het vaakst tijdens het weekend en tijdens totale duisternis.

Autosnelwegen meest dodelijk in Vlaams-Brabant

Over de periode 2009-2015, vielen er gemiddeld 44 doden per 100 kilometer autosnelweg. De autosnelwegen in Vlaams-Brabant (53 doden per 100 km) en Henegouwen (52 doden per 100km) waren het meest dodelijk. De autosnelwegen in Limburg waren het veiligst (30 doden per 100 km).

Conclusie

Sensibiliseringsacties en controles zijn onontbeerlijk om tot een effectieve gedragswijziging te komen. Te vaak stellen we vast bij dodelijke ongevallen op autosnelwegen dat mensen hun gordel niet dragen en er sprake is van overdreven snelheid. Voor snelheid blijven trajectcontroles veel efficiënter dan vaste radars. Het is vooral belangrijk om controles uit te voeren in risicozones zoals bij wegenwerken en in zones dicht bij op– en afritten van autosnelwegen.

Op het gebied van infrastructuur, moet men verder inzetten op de gekende principes van vergevingsgezinde wegen. Dit wil zeggen dat de infrastructuur zo ingericht moet zijn dat de menselijke fouten niet tot een fatale afloop leiden, bijvoorbeeld voor een voertuig dat van de weg is afgeraakt. Het gebruik van dynamische verkeersborden moet verder veralgemeend worden. Deze borden leggen een snelheidslimiet op die aangepast is aan de actuele verkeerssituatie. Ze kunnen ook de bestuurders waarschuwen in het geval van file of een ander verkeersprobleem. Het is ook belangrijk dat de snelheidslimieten op elke plaats en elk tijdstip duidelijk zijn voor de weggebruiker, vooral in de zones waar er wegenwerken aan de gang zijn.

bron http://www.vias.be

Lees het volledige bericht

Successieplanning is meer dan erfbelasting besparen

 

Bij een betere successieplanning gaan gemoedsrust, bescherming én een voordelige successiefactuur hand in hand.

Luisteren

De basis van successieplanning is luisteren. Financial planners, vermogensplanners, financieel architecten, vermogensadviseurs…  verliezen zich maar al te vaak in het verkopen van standaardoplossingen bij vermogensplanning. Velen vergeten tijdens hun professioneel verkoopgesprek dan ook te luisteren naar hun klant. Successieplanning moet aangepast zijn aan de individuele situatie van elke klant. Men kan niet zomaar snel een oplossing uit het rek nemen dat iedereen past. In successieplanning is elke situatie uniek.

Klant is koning

Successieplanning vergt een open geest en een wit blad. Men gaat met de klant, al dan niet vergezeld van zijn familie of begiftigden, aan tafel zitten.

Enkele vragen die men zich moet stellen:

  • Wat zijn de gevoeligheden binnen de familie?
  • Hoe is de onderlinge verstandhouding?
  • Wie wil men na zijn overlijden beschermen?
  • Ligt de focus eerder op onroerend goed, bv. de gezinswoning of de tweede eigendom, of draait het vooral rond roerende goederen, bv. de beleggingsportefeuille of de kunstcollectie?
  • Zijn er kinderen uit een vorige relatie die men zoveel mogelijk wil uitsluiten of net iets meer wil geven?
  • Wat is er al geschonken?
  • Hoe ziet het totale roerend en onroerend vermogen er momenteel uit?
  • Weet de klant hoe het wettelijk erfrecht in elkaar zit als hij niets onderneemt?
  • Bij welke regeling voelt de klant zich goed?

Allemaal essentiële vragen waarop men eerst een duidelijk antwoord moet kennen vooraleer een degelijk successieplan uit te werken. Deze antwoorden vormen het fundament van een goeie planning. Op basis van de noden van de klant gaat men daarna op zoek naar de meest voordelige oplossingen. Hierbij houdt men rekening met het kostenplaatje en het fiscale luik, nl. de verschuldigde erfbelasting. Het is best mogelijk dat een klant een aanzienlijke som testamentair wil nalaten aan een nichtje, wetende dat zij daar veel erfbelasting zal moeten op betalen. Het is belangrijk dat de klant, de eigenaar van het vermogen, zich goed voelt bij zijn successieplanning. Men mag zich niet blindstaren op ingenieuze technieken die enkel en alleen dienen om de erfbelasting buiten spel te zetten.

Update

Bij een successieplan maakt men een foto op een welbepaald ogenblik. De planning moet op regelmatige basis geëvalueerd en bijgestuurd worden. De onderlinge relaties en de financiële situatie wijzigen doorheen de tijd. Een regelmatige update van de planning is dan ook van essentieel belang.

Indien u meer wil weten hoe u een optimaal successieplan kan opmaken, contacteer iTarget op het nummer 09/245.20.59 of via de website http://www.iTarget.be.

Lees het volledige bericht

Geleend in 2015 of 2016? Dan kunt u nog extra fiscaal voordeel genieten!

Geleend in 2015 of 2016? Dan kunt u nog extra fiscaal voordeel genieten! 

Leningen afgesloten in 2016

 In het Vlaamse gewest is de nieuwe geïntegreerde woonbonus van toepassing voor leningen gesloten in 2016. In de wetgeving is er nog geen koppeling voorzien tussen deze nieuwe geïntegreerde woonbonus en de federale fiscale korf voor het lange termijnsparen. Bijgevolg kan een inwoner van Vlaanderen die in 2016 heeft geleend voor zijn eigen woning, voor aanslagjaar 2017 (inkomsten 2016) zowel de maximale voordelen van de geïntegreerde Vlaamse woonbonus genieten als de federale fiscale korf opvullen met premies van individuele levensverzekeringen in het kader van het lange termijnsparen (3de pensioenpijler).

Het bedrag van de premies dat fiscaal voordeel oplevert in het lange termijnsparen, wordt berekend op basis van het belastbaar netto beroepsinkomen (NBI). Voor inkomsten 2016 (aanslagjaar 2017) wordt de fiscale korf als volgt bepaald: 6% van het NBI + € 169,20 met een absoluut maximum van  € 2260. Het belastingvoordeel bedraagt 30% belastingvermindering op de betaalde premie. In 2016 kunt u op die manier nog € 678 extra belastingvermindering genieten!

Leningen afgesloten in 2015

Voor leningen gesloten in 2015 die in aanmerking komen voor de Vlaamse woonbonus blijft er voor aanslagjaar 2017 nog een extra marge van voor lange termijnsparen maximum  € 740. Het extra fiscaal voordeel bedraagt hier ook 30% belastingvermindering of maximum € 222.

Leningen in Wallonië

In het Waalse gewest is voor leningen gesloten in 2016 de woonbonus vervangen door de ‘Chèque Habitat’. In de wet is er ook nog geen koppeling voorzien tussen de ‘Chèque Habitat’ en de federale fiscale korf lange termijnsparen. Bijgevolg kan een inwoner van Wallonië die in 2016 heeft geleend voor zijn eigen woning voor het aanslagjaar 2017 zowel de voordelen van de ‘Chèque Habitat’ genieten als de federale fiscale korf opvullen met premies van individuele levensverzekeringen in het lange termijnsparen (max.  € 2260) .

Besluit

Het extra fiscaal voordeel verhoogt uw rendement van uw spaarverzekering. Een lange termijnspaarcontract is bijgevolg een valabel alternatief voor andere spaarproducten. Afsluiten vóór 31 december 2016 is de boodschap!

Contacteer ons vrijblijvend voor meer informatie én u kan dit jaar nog tot € 678 minder belastingen betalen.

Kurt De Sager

  [vfb id=5]
Lees het volledige bericht

Waarom via ons uw woonkrediet afsluiten?

Wist u dat u bij ons ook terecht kan voor het afsluiten van een woonkrediet?

U bent bij ons aan het juiste adres voor uw woonkrediet, waarom?

 

 

  1. Wij luisteren naar uw behoeften
  2. persoonlijk advies
  3. zelfs bij u thuis
  4. onafhankelijk advies
  5. vrije keuze schuldsaldo
  6. een op maat uitgewerkte offerte
  7. een transparante oplossing
  8. fiscale hulp
  9. persoonlijke opvolging
  10. ervaren en professioneel

Bij iTarget mag u rekenen op een persoonlijke service, professionaliteit en een uitgebreide kennis.

Het loont zeker de moeite om een afspraak te maken voor een herfinanciering, nieuw woonkrediet… Mail Kurt@iTarget.be, telefoneer 09/245.20.59 voor een afspraak. Of via 

Weet: “Geld lenen dat kost geld”

Lees het volledige bericht

TIP: voor zelfstandigen zonder vennootschap, een POZ

Heeft u als zelfstandige geen vennootschap?

Als zelfstandige heeft u het nadeel dat uw pensioen veel lager is dan een loontrekkende. U kan dit deels oplossen met een VAPZ maar nadeel hiervan is dat dit beperkt is tot 8.17% van uw netto belastbaar inkomen.

Een IPT is niet mogelijk daar u geen vennootschap heeft. Eindelijk is er vanaf januari 2018 een oplossing, namelijk een POZ, Pensioentoezegging voor Zelfstandigen.

Waarom is een POZ interessant? De premies geven een fiscaal voordeel van 30%, een goed rendement op uw premies, combinatie met VAPZ mogelijk en het spaarbedrag mag veel hoger zijn dan uw VAPZ. Uw totale pensioenopbouw mag tot 80% van het gemiddelde van uw laatste 3 jaarlijkse brutolonen bedragen.

Lees het volledige bericht

Hoeveel mag je max verdienen voor pro deo advocaat?

GEEN PRO DEO ADVOCAAT MEER VOOR WIE VOLDOENDE MIDDELEN HEEFT

De juridische tweedelijnshulp (Pro Deo) is sinds 1 september gewijzigd (Wet 6 juli 2016).

Naast de doelstelling dat de rechtszoekende een betere toegang tot het recht moet krijgen, beogen de hervormingen en herfinancieringen een rechtvaardiger en kwaliteitsvoller systeem zowel voor de begunstigden als de verstrekkers. Zo zou er een billijkere vergoeding komen van de advocaten voor de werkelijk geleverde prestaties. En de bedoeling is meer zaken minnelijk te beslechten in plaats van voor een rechter uit te vechten…

Hoe werkt het systeem?

Onze samenleving beschermt financieel zwakke burgers door hen gratis te toegang tot het recht te verlenen. De overheid financiert de kostprijs voor hun verdediging met een budget voor “pro deo” van 71 miljoen euro. Om een “correcte vergoeding” van de advocaten te verzekeren en die op te trekken tot het niveau van de voorbije jaren, gaat het budget dit jaar nog met 3 miljoen euro omhoog, de komende jaren wil men het bedrag stapsgewijs optrekken.

Om van het systeem juridische tweedelijnsrechtshulp te genieten en een Pro Deo advocaat te krijgen kun je ofwel:

  • beroep doen op de bureaus voor de juridische bijstand en een advocaat kiezen uit de lijst van Pro Deo advocaten,
  • ofwel aan een vrij gekozen advocaat vragen te werken aan het Pro Deo-tarief.

Wat veranderde er op 1 september?

De burger die voldoende middelen heeft krijgt geen bijstand meer van een Pro Deo-advocaat. Dit is de grootste verandering. Bij de controle van de inkomsten van de aanvrager zal vanaf 1 september immers rekening worden gehouden met al zijn bestaansmiddelen: zowel inkomsten uit arbeid, als roerende en onroerende goederen en van spaargelden, beleggingen of kapitaal.

Eigen bijdrage

Wie gebruik maakt van het systeem, zal een “forfaitaire bescheiden bijdrage” per aanleg per procedure moeten investeren. Advocaten mogen pas optreden wanneer ze de bijdragen hebben ontvangen. Maar niet iedereen hoeft de bijdragen te betalen. Minderjarigen, geesteszieken, staatlozen, mensen zonder bestaansmiddelen, enz. zijn de bijdrage niet verschuldigd. Indien een aanvrager kan aantonen dat de betaling zijn of haar toegang tot Justitie ernstig zou belemmeren, kunnen de Bureaus voor Juridische Bijstand een vrijstelling verlenen.

De advocaten krijgen de mogelijkheid om een vergoeding aan te rekenen wanneer hun optreden ertoe geleid heeft dat de begunstigden geldsommen hebben ontvangen die, indien ze voorhanden waren op de dag van de aanvraag van de juridische tweedelijnsbijstand, hen niet in aanmerking hadden laten komen voor het systeem.

En wat met andere kosten?

Rechtsplegingsvergoeding en kosten van andere functionarissen.

De in het ongelijk gestelde partij die van de tweedelijns juridische bijstand (pro Deo) geniet, wordt slechts tot het minimumbedrag van de rechtsplegingsvergoeding veroordeeld, tenzij in geval van een kennelijk onredelijke situatie.

Om te verkrijgen dat andere personen (vb. gerechtsdeurwaarder, tolk,…) hun diensten kosteloos verlenen, of dat men de gerechtskosten (rolrechten, kopies,..) niet moet betalen, zal de advocaat de kosteloze rechtsbijstand dienen te vragen. Dit is een speciale procedure, waarbij men de rechter moet overtuigen dat de persoon in kwestie deze kosten niet zelf kan betalen.

Conclusie?

Steeds minder mensen zullen gebruik kunnen maken van het pro-Deo systeem. Het wordt des te belangrijker een rechtsbijstandverzekering te onderschrijven!

Praktisch

INKOMENSGRENZEN (cijfers geldig op 1 september 2016)

Alleenstaand

a) Volledige kosteloosheid: max. 978,00 EUR netto/maand

b) Gedeeltelijke kosteloosheid: tussen 978,00 EUR en 1.255,00 EUR netto/maand

Gehuwd, samenwonend of alleenstaand met persoon ten laste

a) Volledige kosteloosheid: max. 1.255,00 EUR netto/maand (= gezinsinkomen) + 173,48 EUR pp ten laste

1 persoon = 1.428,48 EUR

2 personen = 1.601,96 EUR

3 personen = 1.775,44 EUR

b) Gedeeltelijke kosteloosheid: tussen 1.255,00 EUR en 1.531,00 EUR netto/maand (= gezinsinkomen) + 173,48 EUR pp ten laste

1 persoon = 1.704,48 EUR

2 personen = 1.877,96 EUR

3 personen = 2.051,44 EUR

RECHTSBIJSTAND D.A.S.
RECHTSBIJSTAND AAN DE KANT VAN DE KLANT

Bron: verzekeringsmaatschappij DAS
Lees het volledige bericht

Standpunten VLABEL met betrekking tot levensverzekeringen

Auteur: Bart Chiau

Nu de Vlaamse belastingdienst (VLABEL) bevoegd is voor de inning van de schenk-, registratie- en erfbelasting, heeft zij een aantal opmerkelijke standpunten ingenomen met betrekking tot levensverzekeringen. In dit artikel bespreken we de levensverzekering met twee verzekeringsnemers, de levensverzekering met een conventioneel beding van terugkeer en de verzekeringsgift.

  1. Levensverzekering met twee verzekeringsnemers

Bij een contract met twee verzekeringsnemers gaat men er van uit dat beide verzekeringsnemers voor de helft de begunstigde(n) willen bevoordelen. Een levensverzekering afgesloten door twee echtgenoten op hun hoofd, met als begunstigde bij overlijden van de langstlevende hun kind, is onderworpen aan erfbelasting bij het overlijden van de eerste verzekeringsnemer op basis van art. 2.7.1.0.6, §1, tweede lid VCF. De erfbelasting is verschuldigd op de helft van de afkoopwaarde op het moment van overlijden van de eerste verzekeringsnemer. Bij het overlijden van de tweede verzekeringsnemer wordt de prestatie uitgekeerd. De uitkering valt onder toepassing van art. 2.7.1.0.6, §1, eerste lid VCF. Op dat moment wordt het verschil tussen de waarde bij het eerste overlijden en het bedrag van de uitkering bij het overlijden van de tweede verzekeringsnemer belast. Het standpunt van VLABEL houdt echter geen rekening met het feit dat de rechten van het contract bij het overlijden van de eerste verzekeringsnemer meestal worden overgedragen naar de tweede verzekeringsnemer waardoor de reserve volledig terecht komt bij de langstlevende. Bij het overlijden van de eerste verzekeringsnemer is er erfbelasting verschuldigd door de begunstigde maar de langstlevende verzekeringsnemer zou deze begunstigde nog kunnen wijzigen want hij beschikt over alle rechten van het contract. De begunstigde is dus nooit zeker dat hij de prestatie ook effectief zal ontvangen.

  1. Levensverzekering met conventioneel beding van terugkeer

Bij een levensverzekering waarbij bijvoorbeeld een grootouder een bedrag schenkt aan zijn kleinkind met als last het geld te beleggen in een levensverzekering, werkt men dikwijls met een beding van terugkeer. Dit betekent dat het geschonken geld zal terugkeren naar de schenker (de grootouder) indien de begiftigde (het kleinkind) overlijdt vóór de schenker. De schenker koppelt een verplichting aan de schenking om een levensverzekering af te sluiten op naam van de begiftigde en met de schenker als begunstigde bij overlijden. Op die manier wordt de terugkeer van het geschonken bedrag verzekerd bij vooroverlijden van de begiftigde. Deze terugkeer is niet aan erfbelasting onderworpen op voorwaarde dat datum en voorwerp van de schenking worden aangetoond, er een beding van terugkeer is overeengekomen en er een verzekeringscontract werd afgesloten met als doel de bedongen terugkeer te verzekeren. Art. 2.7.1.0.6, §1, eerste lid, VCF is enkel van toepassing als het gaat om een ‘kosteloos’ beding ten behoeve van de begunstigde. Het beding van terugkeer is geen ‘kosteloos’ beding omdat de schenker een vordering heeft op de nalatenschap van de overleden begiftigde. Bijgevolg is er geen erfbelasting verschuldigd. VLABEL volgt hier het Federale standpunt van 2007 maar de bewijsmogelijkheden worden versoepeld. Ofwel kan men het bewijs leveren aan de hand van het verzekeringscontract waarin melding wordt gemaakt van de bedongen terugkeer van de schenking, ofwel kan men de schenkingsakte voorleggen waarin het afsluiten van de polis als last wordt bedongen.

  1. Verzekeringsgift

Standpunt VLABEL

Een vrijstelling door middel van een verzekeringsgift is niet meer mogelijk, zelfs al werd er al schenkbelasting betaald op de afkoopwaarde (standpunt nr. 15133 van 12 oktober 2015). Ondanks de verzekeringsgift blijft de begunstiging via het verzekeringscontract volgens VLABEL een ‘door de erflater gemaakt beding’ waarop erfbelasting verschuldigd blijft. Bovendien betreft het voorwerp van de verzekeringsgift enkel en alleen de rechten die de verzekeringsnemer heeft ten aanzien van de verzekeraar en niet de prestatie bij het overlijden van de verzekerde. Bijgevolg kan de uitzondering die stelt dat ‘een beding ten behoeve van een derde’ niet onderworpen is aan erfbelasting als er al schenkbelasting werd betaald (art. 2.7.1.0.6, §2, lid 3, 1° VCF), niet ingeroepen worden. De begunstigde ontvangt de prestatie in zijn hoedanigheid van begunstigde en niet in zijn hoedanigheid van nieuwe verzekeringsnemer. Dit standpunt is van toepassing op alle overlijdens vanaf 1 maart 2016, ongeacht de schenkingsdatum. In Brussel en Wallonië blijft een verzekeringsgift met vrijstelling van successierechten vooralsnog wel mogelijk.

Hoe kunt u dan toch nog erfbelasting vermijden?

Om alsnog erfbelasting te vermijden moet u na de verzekeringsgift de begunstigde wijzigen. Belangrijk hier is dat de nieuw aangewezen begunstigde niet dezelfde begunstigde is als diegene die werd aangewezen door de oorspronkelijke verzekeringsnemer. Op die manier gaat het niet meer om een ‘door de erflater gemaakt beding’ maar om een ‘door een derde gemaakt beding’. Dus we vertrekken van AAB (beding ten behoeve van een derde). Vroeger schonk A de rechten aan B om op die manier een BAB-constructie te verkrijgen (beding ten behoeve van zichzelf) en erfbelasting te vermijden. Nu moeten we nog een stap verder gaan en dient B de begunstiging te wijzigen naar C (bv. de kinderen of de partner van de nieuwe verzekeringsnemer). We creëren op die manier een BAC-constructie. Bij overlijden van A is C geen erfbelasting verschuldigd. Als de begunstiging wordt gewijzigd door de nieuwe verzekeringsnemer en niet door de erflater, wordt art. 2.7.1.0.6 VCF niet toegepast in de nalatenschap van de erflater. De vrijstelling van erfbelasting is niet definitief. Mocht de nieuwe verzekeringsnemer overlijden binnen de drie jaar na de uitkering (bij leven of bij overlijden), dan is er alsnog erfbelasting verschuldigd (art. 2.7.1.0.6 VCF wordt dan toegepast in de nalatenschap van de verzekeringsnemer). Het is niet toegestaan om als begiftigde van de schenking zichzelf te ‘herbevestigen’ als nieuwe begunstigde. Een tijdelijke wijziging van de begunstigde, waarbij men kort nadien opnieuw de oorspronkelijke begunstigde aanduidt, zal aanzien worden als fiscaal misbruik.

 

Lees het volledige bericht

Hoe bereidt u de vakantie voor met de wagen?

12 vraagjes vóór u achter het stuur gaat zitten

Vertrekt u op vakantie met de wagen? Hieronder stellen wij u een twaalftal vraagjes waarmee u zal kunnen nagaan of u klaar bent voor het vertrek. Sommige vragen zullen u misschien doen glimlachen, maar ze komen wel degelijk overeen met problemen waarmee heel wat autobestuurders te kampen hebben. Geregeld monden die problemen uit in noodoproepen die door de bijstandscentrales worden opgevangen!

1- Kent u de betekenis van de controlelampjes op de dashboard van uw wagen?

Heel wat autobestuurders kennen ze niet allemaal (in het bijzonder de controlelampjes die op een gevaar wijzen) en weten niet hoe ze moeten reageren wanneer die lampjes beginnen te knipperen (Bvb. batterijprobleem, te laag oliepeil, koelvloeistoffen, druk autobanden, …) Tip: Neem de tijd om de handleiding van uw wagen te overlopen waarin u alle nodige en nuttige uitleg over de controlelampjes zult vinden. Doe dit ook indien u een huurwagen bestuurt die u niet kent.

2- Hebt u de staat en de druk van de autobanden nagekeken?

De autobanden zijn één van de meest belangrijke onderdelen die bepalend zijn voor uw veiligheid en die van de andere weggebruikers. Kijk de staat van uw autobanden na en aarzel niet om ze te vervangen indien ze versleten zijn. Kijk ook de bandenspanning na. De aanbevolen druk van de banden hangt immers af van de lading van het voertuig.

3- Kent u het type brandstof van uw voertuig?

Let erop u niet te vergissen wanneer u in het buitenland tankt: de referentiekleuren op de pomp en de benaming van de brandstoffen zijn niet altijd dezelfde als in België! Weet u ongeveer hoeveel km u kan afleggen met een volle tank? Denk tijdig aan de tankbeurt. Blijven rijden met de hoop verderop een goedkopere tankstation te vinden, kan riskant zijn!

4- Hebt u het oliepeil gecontroleerd?

Het oliepeil is van kapitaal belang voor de goede werking van uw voertuig. Kijk in onze film hoe u het oliepeil gemakkelijk kunt controleren.

5- Hebt u het reservoir gevuld van de ruitensproeiers? Zijn uw ruitenwissers niet versleten?

Niets is vervelender dan een vuile autoruit die men niet kan schoonmaken…

6- Weet u waar uw reservewiel zich bevindt?

Weet u welk type wiel het is?  Weet u waar uw krik zich bevindt? Steeds minder wagens beschikken over een reservewiel, of hebben een wiel waarmee ze slechts een beperkt aantal kilometers mogen afleggen.

7- Weet u waar uw veiligheidsdriehoek zich bevindt? Kan u er gemakkelijk aan?

De veiligheidsdriehoek is onontbeerlijk om de andere weggebruikers te melden dat uw voertuig een technisch probleem heeft. Het komt er dus op aan om er gemakkelijk aan te kunnen. Verstop de driehoek niet op een moeilijk bereikbare plaats onder een berg zware bagage. Vergeet ook niet dat de brandblusser eveneens gemakkelijk toegankelijk moet zijn op de door de autofabrikant hiertoe voorziene plek.

8- Weet u waar uw verbandtrommel zich bevindt?

Een verbandtrommel kan heel nuttig zijn in geval van kwetsuren. Controleer de inhoud vóór uw vertrek. 9- Hebt u het aanbevolen of verplichte materiaal in functie van de landen die u zal bezoeken? (Rode achtergrond = verplicht, blauwe achtergrond = aanbevolen)   (*) De voertuigen die in Spanje zijn ingeschreven, moeten beschikken over twee veiligheidsdriehoeken Vergeet ook niet een zaklampje mee te nemen…

10- Beschikt u over de onmisbare boorddocumenten (grijze kaart, groene kaart, gelijkvormigheidsattest van het voertuig)?

Vergeet uw (internationaal) rijbewijs niet.

11- Beschikt u over enkele exemplaren van het Europees Aanrijdingsformulier?

Weet u hoe u zich moet gedragen bij een verkeersongeval en hoe u het Europees Aanrijdingsformulier moet invullen? Hebt u iets bij de hand om het formulier in te vullen?

12- Hebt u informatie ingewonnen over de specifieke verkeersregels?

Kent u de verkeersregels van het land/de landen die u zal doorkruisen (maximumsnelheid op (autosnel)wegen, toegelaten alcoholgehalte, voorrangsregels, regels inzake parkeren (parkeerschijf),gebruik van kruislichten, gebruik van GSM of radarverklikkers, tolwegen, kinderzitjes, …)?

De officiële instanties of toeristische vertegenwoordigingen van de betrokken landen zullen u ook de nodige inlichtingen kunnen geven.

We wensen u alvast een goede reis en zomervakantie toe!

 

Bron http://blog.europ-assistance.be

Lees het volledige bericht

Het lentenazicht van uw motor: de checklist

Met de terugkeer van de mooie lentedagen is de verleiding groot voor de motorrijders om hun motor van stal te halen en er weer volop van te genieten. Maar opgelet: het is noodzakelijk om vóór uw eerste rit uw motor na te kijken indien hij een winterslaap heeft gehouden. 

Serge, onze motorrijder van Info Trafic, geeft ons enkele tips. 

Het lentenazicht van uw motor: de checklist

1. De batterij

Ideaal gezien moet u de batterij loskoppelen gedurende de winter. Indien dit niet is gebeurd, kan het zijn dat u uw motor na de winter niet meer aan de praat krijgt. Indien u over een lader beschikt, kunt u de batterij gedurende de nodige tijd opladen. Anders zal u uw motor in gang moeten duwen (contact en 2de versnelling)! Rij nadien enkele minuten in hoge toerental.
Indien uw batterij geen teken van leven geeft of zich snel ontlaadt na een eerste rit, is het best mogelijk dat ze plat is en dus vervangen moet worden.

2. Vloeistofpeilen

Denk eraan om het peil na te kijken van alle vloeistoffen : brandstof, motorolie, remolie en koelvloeistof. Oudere motors lekken vaak, ook wanneer ze niet rijden!
Kijk ook na of de gaskabel en de kabels van de koppeling en van de remmen niet moeten geà¶lied worden.

3. De banden

De banden kunnen hun druk (lichtjes) verliezen, ook wanneer ze niet rijden.
Een keine tik met de voet op de band kan misschien voldoende zijn om te zien of hij nog voldoende opgepompt is, maar geeft geen indicatie over de druk. Indien u geen manometer bij de hand hebt, gaat u best even langs in een pompstation in de buurt om na te gaan of de door de constructeur aanbevolen bandendruk nageleeft is. Let op: de controle van de bandendruk moet gebeuren wanneer uw motor nog niet “warmgedraaid” is!
Controleer ook de algemene toestand van uw banden (slijtage) en vervang ze indien nodig.

4. De ketting

Voor zover u er één hebt, zal u eraan moeten denken om uw ketting in te smeren. Een aandrijfriem of een cardanas moet niet onderhouden worden.
De ketting smeert u in langs de binnenkant op het gedeelte dat in contact is met de tandwielen. Kijk ook na of de ketting voldoende aangespannen is (speling van 2 à  3 cm) en niet te versleten is. Wanneer men de ketting kan losmaken van de kroon (achterste tandwielen), is het tijd om de hele kit “tandwielen-ketting” te vervangen!

5. De voorvork

Indien er langs de voorvork olie druipt, zal de vulling moeten vervangen worden. Opgelet, want er zou olie op de remschuiven kunnen lopen waardoor de remcapaciteit aanzienlijk verminderd kan worden!

 6. Elektriciteit en vijzen

Ga alle elektrische componenten na om te zien of ze goed functioneren: het voorlicht (koplamp en dimlicht), het achterlicht (rood licht en stoplicht), de knipperlichten, de claxon/toeter, maar ook  – en men denkt er niet altijd aan- het lichtje van de nummerplaat (verplicht)!

en tenslotte: profiteer van uw eerste lenterit om uw motor een goede kuis- en reinigingsbeurt te geven en hem mooi op te blinken.

Zijn deze 6 punten in orde en is uw uitrusting gebruiksklaar ?
Dan houdt niets u nog tegen
 

Veel rijplezier!

bron: http://blog.europ-assistance.be/nl/nazicht-van-motor-na-de-winter/

Lees het volledige bericht

Kan de brandverzekering weigeren mij te vergoeden als ik die verplichting om mijn cv jaarlijks te laten nakijken, niet naleef?

Onze verzekeringsdeskundige Bart Chiau gaf het volgende antwoord in het magazine Libelle (uitgave donderdag 18/02/2016)
IMG_2666[1]

Voor een centrale verwarmingsinstallatie bestaat er een wettelijke onderhoudsplicht. In Vlaanderen moet u de installatie op stookolie, steenkool of hout jaarlijks laten onderhouden. Bij gas volstaat een tweejaarlijkse onderhoudsbeurt. In Brussel en Wallonië geldt voor een verwarmingsketel op aardgas een onderhoudsplicht om de drie jaar. Schoorstenen waar de centrale verwarming in uitkomt moet u ook verplicht laten reinigen. De reiniging van de schouw maakt deel uit van het verplichte onderhoud van de centrale verwarmingsinstallatie. Bij huurwoningen moet de huurder het centrale stooktoestel laten onderhouden. Wie de wettelijke regels niet naleeft riskeert een geldboete.

Vaak gaat men er van uit dat de brandverzekering niet zal uitbetalen als men zijn centrale verwarming niet heeft laten controleren of zijn schoorsteen niet heeft laten vegen. Dit klopt echter niet. De brandverzekering staat los van de wettelijke onderhoudsverplichting. Na brand zal de verzekeringsmaatschappij steeds tussenkomen als het om een gedekt schadegeval gaat, ook als u de wettelijke onderhoudsplicht niet strikt naleeft. U hoeft geen keuringsattesten voor te leggen om een schadevergoeding te krijgen. De verzekeraar gaat er wel van uit dat u uw woning onderhoudt als een ‘goede huisvader’. Dit betekent dat u de woning niet mag laten verkommeren. Bij een slecht onderhouden woning kan de verzekeringsmaatschappij, nadat zij de schade heeft vergoed, de brandverzekering altijd opzeggen.
Het feit dat de brandverzekering toch tussenkomt, betekent nog niet dat u de wettelijke onderhoudsplicht niet hoeft na te komen.

Deze verplichting heeft ook zijn voordelen. Een regelmatig onderhoud heeft een positieve impact op het rendement van uw verwarmingsinstallatie omdat u minder verbruikt en op het milieu omdat u minder vervuilt. Met een goed onderhouden verwarming beschermt u uw gezin, uw woning en uw goederen tegen bijvoorbeeld een schouwbrand of co vergiftiging. Bovendien riskeert u geen boete bij controle.

Lees het volledige bericht

Spaartip: AG Protect+ Atlantic Quality 100 en 90/2 – Actie van 15/2 tot 31/3/2016

De voorbije kwartalen duwden de lage rentes zelfs de voorzichtige spaarders richting de beurs. Op zich is daar niets mis mee, maar wel dat de recente beursevoluties veel van die spaarders slapeloze nachten hebben bezorgd. Dat is jammer en tegelijk overbodig, want ook voor hen bestaan goede oplossingen!:
AG PROTECT+ biedt spaarders de kans om in Tak 23 te beleggen mét (90 of 100%) kapitaalbescherming van de netto-inleg op de einddatum.

Vandaag wordt een nieuwe tranche gelanceerd waarbij de klant de keuze heeft tussen twee opties:

  • Tranche met 100% bescherming – looptijd 10 jaar – hefboom 80%
  • Tranche met 90% bescherming – looptijd 8 jaar – hefboom 140%

Let bovenop de vele andere troeven in het bijzonder ook op deze twee:

  • Gratis uitgebreide overlijdensdekking
  • GEEN ROERENDE VOORHEFFING! (ook niet bij afkoop voor 8 jaar!!)

U kan bij ons vrijblijvend meer informatie krijgen via info@iTarget.be 

 

Lees het volledige bericht

Tips en advies: zonder kleerscheuren veilig de winter door met onze handige tips!

Is de winter ook uw minst favoriete seizoen? Sneeuw en ijzel, aanvriezende mist,… leuk is anders als u de weg op moet. Ongelukjes zijn nu jammer genoeg dagelijkse kost. Met onze zeven tips komt u met een beetje geluk deze donkere periode zonder kleerscheuren door.

1. Investeer in winterbanden

Duikt de temperatuur onder 7°C? Dan reageren uw autobanden anders. Het rubber wordt harder, waardoor de baanvastheid afneemt. In mensentaal: u glijdt zo de weg af als het even ijzelt. Winterbanden zijn anders samengesteld en hebben een diepere groef. Ze vermijden dat u begint te slippen of dat aquaplanning u van de weg slingert. Bovendien kunt u beter remmen in de sneeuw, op ijs en op een nat wegdek. Omdat het bij ons élke winter kouder wordt dan zeven graden, zijn winterbanden een echte must! Nog wat extra tips:

  • Vervang alle banden. Alleen vooraan of alleen achteraan de banden vervangen is niet verstandig. Monteert u alleen op de vooras winterbanden, dan gaat de auto achteraan uit balans en zal daardoor eerder uit zijn as draaien (overstuur). Monteert u alleen winterbanden op de achteras, dan verbetert het optrekken, maar raakt de auto vooraan sneller uit balans en gaat daardoor in bochten eerder rechtdoor.
  • Pomp uw banden perfect op. Zo verbruikt u minder brandstof.

2. Verminder uw snelheid op een gladde weg

Op een glad wegdek is trager rijden veel veiliger. Kies voor uw derde of vierde versnelling en houd zeker genoeg afstand van het voertuig voor u. Zo moet u het minst vaak doen wat op gladde wegen het gevaarlijkst is: remmen. Moet u toch het rempedaal induwen? Doe het dan zachtjes en gebruik maximaal uw motor om af te remmen. Slipt uw wagen? Blijf dan van uw rempedaal af. Maak ook geen bruuske stuurbewegingen. Probeer uw voertuig zachtjes onder controle te houden en kijk in de richting die u uit wilt –zeker niet naar de hindernis. Hebben uw voorwielen de neiging om rechtdoor te gaan? Los dan het gaspedaal en corrigeer de richting. Slippen de achterwielen? Dan zet u uw wielen eerst weer recht en geeft u geleidelijk gas terwijl u uitkijkt in de juiste richting. Tenzij u achterwielaandrijving hebt. Dan lost u best het gaspedaal, stuurt u tegen de richting van de bocht in en kijkt u de richting uit waar u heen wilt.

3. Onderhoud uw batterij en bougies

In de winter krijgt uw batterij het extra hard te verduren. Verwarming, lichten, … allemaal inspanningen die uw vermogen doen dalen. Merkte u al enkele haperingen op? Vervang dan zeker uw batterij. De meeste accu’s gaan zo’n vier jaar mee. Hebt u een zelfonderhoudend model, kijk dan het peil van de accuvloeistof na. Rijdt u met een dieselmotor? Controleer dan of uw voorgloeibougies nog in goede staat zijn. Nieuwe bougies zorgen voor een efficiënte voorverwarming en een snelle start.

4. Stel uw lichten juist af

Dubbelcheck even of uw achter- en dimlichten wel goed werken. Geven ze allemaal een krachtig lichtsignaal? Zijn ze proper? Zijn ze correct afgesteld? Bij hevige sneeuwval zet u best uw mistlampen aan. Een doosje met reservelampjes in uw kofferbak biedt extra zekerheid.

5. Ververs tijdig de olie

Het vervangen van motorolie door verse olie is een noodzaak. De olie in uw motor zorgt ervoor dat de effecten van de constante wrijving van metalen onderdelen beperkt blijven. Door de koude wordt de olie in de winter stroperiger en minder doeltreffend. Controleer daarom zeker het oliepeil en vervang de olie regelmatig. In de handel vindt u olie die beter bestand is tegen lage temperaturen.

6. Zorg voor propere autoruiten

Bij grauwe en donkere dagen is het extra belangrijk dat uw ruiten proper zijn. Een winterbestendige ruitensproeier en regelmatige controle van de ruitenwisservloeistof is dan ook geen overbodige luxe. Poets uw voorruit ook aan de binnenkant regelmatig met een ontvettingsmiddel. Zo dampt ze minder snel aan. Zorg er ook voor dat u een ijskrabber in uw wagen hebt, een borsteltje en een paar handschoenen.

7. Laat sterretjes in de ruit meteen herstellen

Laat sterretjes in uw ruit herstellen voor het begint te vriezen. Temperatuurverschillen en het wegkrabben van aangevroren sneeuw doen een barst uitzetten en voor u het weet hebt u een onherstelbare autoruit. U kunt sterretjes tot twee centimeter laten repareren door een glashersteller zoals Carglass of uw garagist.   bron http://www.vivium.be

Lees het volledige bericht

Verkeerstips: Veilig rijden met de wagen in de herfst

In de herfst veranderen de weersomstandigheden. De autobestuurders moeten zich dus aanpassen. Wat zijn de specifieke voorzorgsmaatregelen om in de herfst met de wagen te rijden?

Hieronder geven wij u enkele tips om u te helpen de herfst zo veilig mogelijk door te komen achter het stuur van uw wagen.

De lichtintensiteit verandert

De dagen korten, de intensiteit van de zon daalt.
Het is dus belangrijk om te zien en gezien te worden!

  • De lichten: Zorg ervoor dat de lichten van uw wagen in orde zijn (goed afgesteld) en degelijk functionneren. De lampen van de auto zijn meestal de eerste slachtoffers van de koudere nachten en de vochtige periode. Vervang ze van zodra ze defect zijn. Steek uw lichten aan vanaf het ogenblik dat het daglicht begint af te nemen of wanneer de verkeersomstandigheden slecht zijn (ochtendnevel, mist, regen, storm, …).
  • De lage, verblindende zon belemmert niet alleen het zicht, maar kan ook heel gevaarlijk zijn voor de autobestuurders. Zorg ervoor dat u een zonnebril bij de hand hebt.
  • De anderen zien: Let op de andere weggebruikers (auto’s, motors, fietsers, voetgangers) die in deze tijd van het jaar minder zichtbaar zijn. De statistieken van de verkeersongevallen van de herfstmaanden tonen aan dat tijdens dit seizoen de meeste ongevallen plaatsvinden die te wijten zijn aan een slechte zichtbaarheid.
    Het is dus ook onmisbaar voor motorrijders, fietsers en voetgangers die zich op de openbare weg begeven om door de autobestuurders gezien te worden en reflecterende kledij te dragen. Dit is bijzonder het geval voor de schoolgaande jeugd op weg naar of van school.
  • Maak regelmatig uw autoruiten schoon, zowel binnen het voertuig (condensatie, veegsporen) als langs de buitenkant (vuile ruiten wegens de weersomstandigheden). Vertrek niet vooraleer u perfect door uw ruiten kunt kijken, niet enkel voor- en achteraan maar ook door de zijdelingse vensterruiten.

Wisselende weersomstandigheden

  •  Het koude en vochtige weer kan mist doen ontstaan. Hou in dat geval afstand op de weg en steek uw mistlampen aan.
  • Aangepast rijgedrag : Rij voorzichtig en hou een veilige afstand (bvb. op autosnelwegen een afstand van 2 à 3 seconden t.o.v. uw voorligger), dit vooral als u op wegen rijdt die bezaaid zijn met vochtige, dorre bladeren. Als u bruusk moet remmen, zou u wel eens ongecontroleerd kunnen slippen.  Opgepast voor de aquaplaning bij regenweer.

De winter is op komst

Is uw wagen klaar?

  • Hebt u de staat van uw autobanden nagekeken (bandendruk, slijtage)?
    Hebt u gedacht aan de vervanging van uw zomerbanden door winterbanden?
  • Vergeet niet uw voertuig klaar te maken voor het koude seizoen en het nodige nazicht en de controles uit te voeren voor de winter (batterij, remmen, koelvloeistof, antivries, …).

 

Tips aangeboden door www.europ-assistance.be

Lees het volledige bericht

Met welke veelvoorkomende problemen kunt u in uw woning te maken krijgen en welke verzekeringen bieden u bescherming?

Werd uw koepel of veranda beschadigd door hagel? Heeft u last van vocht in een muur? Is er een boom op uw dak gevallen? Wist u dat het aantal branden in België almaar toeneemt? En dat u belastingvermindering kunt genieten als u uw woning beveiligt?

Hieronder vindt u nuttige informatie en tips om uw onroerend goed en/of de inboedel ervan te beschermen.

De brandverzekering: ten zeerste aanbevolen

De brandverzekering, ook wel ‘woningverzekering’ genoemd, is niet verplicht, maar wordt ten zeerste aangeraden. Ze vergoedt immers de materiële schade aan uw onroerend goed en/of de inboedel, waarvan de kosten al snel hoog kunnen oplopen. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, beperkt deze verzekering zich niet tot brandschade.

Elke brandverzekering vergoedt de materiële schade aan uw woning die wordt veroorzaakt door:

  • brand,
  • explosie en implosie,
  • bliksem,
  • aanslagen en arbeidsconflicten (bijvoorbeeld als gevolg van het gooien van stenen of explosieven),
  • een dier of een voertuig,
  • vallen van een boom,
  • hagel,
  • storm,
  • sneeuw- of ijsdruk,
  • natuurrampen.

De meeste brandverzekeringen dekken ook de schade die wordt veroorzaakt door:

  • elektriciteit: uitwerking van de elektriciteit op elektrische installaties en toestellen (bijvoorbeeld schade aan elektrische toestellen door overspanning, of het verlies van de inhoud van de diepvriezer daardoor (ontdooiing)),
  • rook of roet,
  • waterschade door breuk van leidingen, overlopen van dakgoten, sanitaire installaties of elektrische huishoudapparaten, insijpelen van water door het dak, vorst (op voorwaarde dat de nodige voorzorgsmaatregelen werden genomen),
  • glasbreuk (bijvoorbeeld veranda, ramen),
  • schade aan het gebouw (bijvoorbeeld deuren, ramen) na een inbraak of vandalisme (deze dekking geldt soms alleen als de verzekerde ook een optionele dekking diefstal heeft afgesloten).

Talrijke verzekeringsmaatschappijen dekken ook de andere kosten die aan deze schadegevallen verbonden zijn:

  • de kosten van huisvesting,
  • de expertisekosten,
  •  …

Sommige brandverzekeringen voorzien ook in de dekking van uw huurdersaansprakelijkheid wereldwijd, onder meer bij het huren van:

  • een studentenkot,
  • een vakantiewoning,
  • een feestzaal.

Jaarlijks doen zich in België zo’n 10 000 branden voor

En 65 % van de Belgen heeft nog geen rookmelders. Deze alarmerende cijfers wijzen op een ernstig probleem: wij houden ons erg weinig bezig met brandpreventie. Ook al is de materiële schade vaak enorm en vallen er in België jaarlijks bijna 1600 slachtoffers.

Nochtans kunnen een paar eenvoudige maatregelen uw leven redden:

  • installeer voldoende rookmelders;
  • plan en oefen een vluchtroute;
  • laat uw woning nakijken door een brandpreventieadviseur.

Investeren in de beveiliging van uw woning geeft recht op belastingvermindering

Belastingplichtigen die investeren in een betere beveiliging van de woning waarvan ze eigenaar of huurder (of bezitter, erfpachter, opstalhouder, vruchtgebruiker) zijn, kunnen een belastingvermindering genieten. Om recht te hebben op deze vermindering, moeten de werken wel door een aannemer worden uitgevoerd.

 

 

bron www.aginsurance.be

Lees het volledige bericht

Waarom een familiale verzekering, zelfs zonder kind of huisdier?

In tegenstelling tot de verzekering BA Auto, die voor elke bestuurder verplicht is, blijft een familiale verzekering of ba familiale een facultatieve dekking. Dat weerhoudt veel mensen er echter niet van om deze verzekering af te sluiten, zoals blijkt uit deze cijfers van de Beroepsvereniging van Verzekeringsondernemingen.

Toch denken velen nog dat “ze enkel nuttig is als men kinderen of huisdieren heeft.” Waarheid of fabeltje? Hier volgt het antwoord.

Wat is familiale verzekering?

BA familiale is een verzekering die uw burgerlijke aansprakelijkheid en die van de onderstaande groepen dekt voor lichamelijke of materiële schade toegebracht aan een derde.

Wat dekt BA familiale?

Deze verzekering dekt schadegevallen die worden veroorzaakt door:

  • gezinsleden die onder hetzelfde dak wonen;
  • huisdieren;
  • kinderen op kot;
  • huispersoneel (poetsvrouw, tuinman, …).

Daar blijft het echter niet bij! Sommige verzekeringsmaatschappijen breiden het begrip verzekerde uit tot de personen die:

  • net zijn verhuisd;
  • tijdelijk bij u verblijven (vrienden bijvoorbeeld);
  • door u onderhouden worden (bijvoorbeeld uw ouders in het rusthuis).

Daarnaast dekt de verzekering BA familiale ook de gebouwen waarvoor u verantwoordelijk bent en dat niet enkel in België, maar overal ter wereld*.

In welke situaties komt deze verzekering nu concreet tussen?

Naast het klassieke voorbeeld van de gebroken ruit op school of een beet van uw hond komt BA familiale ook tussen in deze gevallen:

  • Het is zomer. U organiseert een familiefeestje met een traditionele barbecue. Op het einde van de dag vergeet u het vuur goed te doven en de gloeiende kolen veroorzaken brand bij uw buurman.
  • U bent op skivakantie in de Alpen en beslist om een sneeuwscooter te huren. U laat zich verrassen door de kracht van de machine en botst tegen een boom. Het voertuig is vernield en de schade is aanzienlijk.
  • Het stormt en u zet de vuilnisbakken buiten. Plots worden ze weggeblazen door een hevige windstoot. Een automobilist wil ze ontwijken, voert een noodmanoeuvre uit en rijdt tegen een geparkeerd voertuig.
  • Een van uw dakgoten zit vol bladeren en takken en veroorzaakt waterschade bij uw buurman.
  • Tijdens het snoeien van een boom snijdt uw tuinman een tak af die schade aanricht in de tuin van uw buurman. Uw personeel wordt in dat geval aansprakelijk gesteld.
  • Uw vader verblijft in een rusthuis en is vaak in de war. Hij gaat buiten en merkt het verkeerslicht aan het zebrapad niet op. Hij veroorzaakt een ongeval met een fietser.

Conclusie

Een verzekering BA familiale is zeker onmisbaar als u kinderen of huisdieren heeft. Maar ook als u die niet heeft, is ze net zo belangrijk, zoals de bovenstaande voorbeelden aantonen.

Wilt u zeker zijn dat uw toekomstplannen niet in het gedrang komen door een ongelukkige gebeurtenis?

Neem dan contact met ons op en wij helpen u graag verder met het kiezen van een BA familiale die is afgestemd op uw noden.

bron www.aginsurance.be

Lees het volledige bericht

Tips en advies: Voorkom schade door water, vorst en sneeuw

Water, vorst en sneeuw kunnen heel wat schade veroorzaken: die schade vermijdt u maar beter. Wij geven u een aantal praktische tips.

Insijpelend regenwater

  • Laat nooit ramen open als u uw woning verlaat. Zeker geen dakramen.
  • Zorgt ervoor dat barsten, gleuven of andere openingen in uw gevel zo snel mogelijk hersteld zijn zodat er geen regenwater kan binnensijpelen.
  • Controleer regelmatig de staat van uw dak, zeker na een onweer of een zware storm.
  • Check na een hevige regenbui of de kamers onder het dak (of kapconstructie) sporen van waterschade vertonen.
  • Ga regelmatig de staat van uw dakgoten na en reinig deze (zeker in de herfst). Controleer ook uw dakpannen.

Waterlekken

  • Komt er geel- of bruinachtig water uit de kraan, dan kan dat wijzen op roestvorming. Laat dit zo snel mogelijk aanpakken want een roestige leiding kan gaan lekken.
  • Koop een wasmachine en vaatwas met een anti-overloopsysteem. Zorg er ook voor dat de filters niet verstopt raken.

Vorstschade

  • Bescherm de watermeter en de waterleidingen in vorstperiodes extra met isolerend materiaal.
  • Is het gebouw een hele tijd onbewoond:
    • laat de watermaatschappij de watertoevoer dichtdraaien.
      of
    • maak de waterinstallaties en de centrale verwarming leeg.
      of
    • zorg ervoor dat de temperatuur er voldoende hoog blijft.
  • Bescherm buitenkranen tegen de vorst door:
    • de watertoevoer naar de buitenkraan af te sluiten.
    • de buitenkraan open te draaien, zodat de waterdruk in de kraan verdwijnt.
    • de kraan te beschermen met isolerend materiaal.
  • Isoleer watertoevoerbuizen die aan vriestemperaturen blootgesteld worden of maak ze leeg. Denk ook aan leidingen naar de wasmachine in een niet-geà¯soleerde garage of berging.
  • Controleer de leidingen grondig wanneer het begint te dooien. Vergeet de onbewoonde ruimtes niet, zoals de zolder, de kelder en de garage.

Schade door sneeuw

​Zorg ervoor dat sneeuw zich niet ophoopt in dakgoten en op daken. Vooral van platte daken en uw veranda haalt u de sneeuw best weg. Zo vermijdt u dat het dak het begeeft onder het gewicht en dat voorbijgangers de sneeuw op hun hoofd krijgen.

bron http://www.aginsurance.be/

 

 

Lees het volledige bericht

Tips en advies: 30 tips om uw aanrijdingsformulier goed in te vullen

aanrijdingsformulier12 22-09-00Na een auto-ongeval is een goed ingevuld aanrijdingsformulier de eerste stap naar een snelle schaderegeling. Deze 30 tips helpen u om een aanrijdingsformulier correct en volledig in te vullen.

1) Tip vooraf: leg twee tot drie aanrijdingsformulieren in uw auto. Bij een kettingbotsing bijvoorbeeld moet u zowel met de wagen achter u als voor u een aanrijdingsformulier invullen.

2) U kunt het aanrijdingsformulier ook gebruiken om een schadegeval aan te geven waarbij geen andere personen betrokken zijn, bijvoorbeeld bij een botsing tegen een boom, na diefstal of na een brand.

3) Noteer uw gegevens op voorhand op het aanrijdingsformulier, dat bespaart u stress.

4) Leg een balpen in uw auto.

5) Haal er de politie bij als er gewonden zijn, wanneer er discussie is over de omstandigheden van het ongeval, of wanneer de tegenpartij dronken is.

6) Ook met een proces-verbaal van het ongeval, vult u nog een aanrijdingsformulier in. Zonder ingevuld formulier moet de verzekeringsmaatschappij de gegevens opzoeken en loopt de schaderegeling vertraging op.

7) De tegenpartij en u moeten samen maar één formulier invullen. De voorkant wordt door beide partijen ingevuld en is bedoeld voor de objectieve vaststellingen.

8) Veel mensen vergeten de achterkant van het aanrijdingsformulier in te vullen. Daar kunt u extra informatie voor de verzekeraar noteren, bijvoorbeeld of er een proces-verbaal is, het chassisnummer van uw voertuig, … Dit gedeelte kunt u achteraf thuis invullen.

9) Het Europees aanrijdingsformulier ziet er in alle Europese landen hetzelfde uit. Als u bijvoorbeeld een Spaanstalig formulier invult, kunt u de vertaling volgen bij de overeenkomstige vakken op uw eigen formulier.

10) We kunnen u telefonisch nuttige tips geven bij het invullen van het formulier, of kunnen eventueel ter plaatse komen.

11) Schrijf duidelijk. Gebruik een balpen en vermijd doorhalingen. Leg tijdens het schrijven het formulier op een harde ondergrond.

12) Vul het formulier onmiddellijk ter plaatse in. Achteraf gegevens invullen maakt het voor de tegenpartij gemakkelijker om uw verklaringen te betwisten. Bovendien kunnen de getuigen dan al vertrokken zijn en de voertuigen aan de kant gesleept.

13) Vul het aanrijdingsformulier volledig in. Ontbrekende gegevens veroorzaken onduidelijkheden, onjuistheden en betwistingen.

14) Vul het aanrijdingsformulier nauwkeurig en correct in. Een verkeerd ingevuld schadeformulier kan de niet-aansprakelijke bestuurder zijn rechten kosten.

15) Neem enkele foto’s ter plaatse. Die kunnen veel duidelijk maken voor de dossierbeheerders.

16) Vul de naam van de getuigen volledig in, en vermeld ook hun adres en gsm-nummer. Zo niet kan de tegenpartij die getuigen betwisten. Passagiers van de wagens die betrokken zijn bij het ongeval, worden niet aanvaard als getuigen. Getuigen die slechts op één formulier voorkomen, worden door de verzekeringsmaatschappijen en de rechtbank niet weerhouden.

17) In vak 10 duidt u de plaats van de impact aan. Bij een latere discussie kan dit uw versie kracht bij zetten. De schade kan onzichtbaar zijn (bijvoorbeeld kunststof dat na een impact terug uitblust), maar achterliggend wel aanwezig zijn. Als de expert de plaats van impact kent, weet hij bovendien waar hij extra moet op letten. Of nog: als u kort na elkaar twee ongevallen hebt, is het belangrijk dat de expert de juiste schade onderzoekt.

18) Bij vak 11 vult u in of uw wagen schade heeft opgelopen. Als u twijfelt, vult u niets in. Experts kunnen achteraf de schade vaststellen.

19) Vermeld bij vak 12 zeker het totaal aantal aangekruiste vakjes.

20) Maak eerst een proefschets voor u de officiële situatieschets in vak 13 tekent.

21) Schets de breedte van de weg en de grootte van de auto’s in de juiste verhoudingen. De ruitjes op het blad helpen u daarbij. Respecteer de plaats van het voertuig ten opzichte van de straat. Duid de getuigen aan met een kruisje.

22) Vermeld ook eventuele borden en verkeerslichten op de schets, de precieze plaats van de aanrijding, de straatnamen en de rijrichting. Duid de middenas van de weg aan met een stippellijn. Doe dat enkel als er een middellijn gemarkeerd is op de weg. Anders kan een stippellijn tot foute conclusies leiden.

23) Kijk uit met pijltjes op de situatieschets: een pijltje betekent dat uw voertuig in beweging was, geen pijltje betekent dat uw voertuig stilstond.

24) In vak 14, ‘Opmerkingen’, kunt u noteren wat u elders op het formulier niet kwijt kan. U kunt ook verklaren waarom u niet akkoord gaat met de verklaringen van de tegenpartij, als dat het geval is. Als u geen opmerkingen hebt, wordt verondersteld dat u akkoord gaat met de tegenpartij.

25) Als u en de tegenpartij er niet uit raken, vult u elk apart een aanrijdingsformulier in. De verzekeringsmaatschappijen zullen proberen alsnog tot een minnelijke schikking te komen, maar de schaderegeling zal wel vertraging oplopen. Verzamel wel alle gegevens van de tegenpartij: merk, model en nummerplaat van de auto, en zeker de verzekeringsgegevens.

26) Let goed op de gegevens van de tegenpartij voor u het formulier ondertekent. Klopt de geldigheidsduur van zijn groene kaart of verzekeringsbewijs (vak 8)? Controleer zeker vakken 12, 13 en 15 want die zijn gemeenschappelijk.

27) Onderteken pas als de tegenpartij het formulier volledig heeft ingevuld en zorg ervoor dat er achteraf niets meer bijgeschreven wordt.

28) Onderteken het aanrijdingsformulier alleen als u volledig akkoord gaat. U kunt gerust weigeren om te tekenen, zelfs als een politieagent het formulier heeft ingevuld.

29) Als het formulier volledig ingevuld is en ondertekend door beide partijen dan bewaart elke partij een exemplaar: ofwel het originele ofwel het doorgedrukte exemplaar.

30) Bezorg het aanrijdingsformulier zo snel mogelijk aan uw makelaar. Het moet binnen de acht dagen bij uw verzekeringsmaatschappij aankomen.

Bron: http://www.vivium.be

 

Lees het volledige bericht

Tips en advies: de rechten en plichten van een huurder

Als huurder hebt u zowel rechten als plichten. Lees hier welke regels u beschermen als huurder van een woning, en aan welke regels u zelf moet voldoen.

Als u een woning huurt als hoofdverblijfplaats, valt de huurovereenkomst onder de Woninghuurwet. De bepalingen van deze wet zijn van dwingend recht. Dat wil zeggen dat het huurcontract deze bepalingen moet volgen.

Huurprijs, EPC en onderhoudsattesten

Nog voor u het huurcontract ondertekent, hebt u als huurder recht op informatie. Wie een woning te huur aanbiedt, moet immers:

  • de huurprijs en de gemeenschappelijke lasten vermelden,
  • een energieprestatiecertificaat (EPC) voorleggen,
  • de onderhoudsattesten van de centrale verwarming, boiler, schoorsteen voorleggen.

Als het contract vraagt dat u als huurder bepaalde attesten periodiek moet voorleggen, kan u bij aanvang van het contract de laatste attesten opvragen.

Schriftelijke overeenkomst

Elke huurovereenkomst moet schriftelijk afgesloten worden. De overeenkomst vermeldt alle gegevens van verhuurder en huurder, en beschrijft kort het gehuurde goed. Niet alleen de gehuurde ruimtes, maar ook de tuin, het tuinhuis, de garage en de berging. Ook moeten er wettelijke bijlagen bij het contract. Modelcontracten vindt u op www.huurdersbond.be.

In goede staat bij start huurcontract

De huurder heeft bij de start van het huurcontract recht op een goed onderhouden woning. Dat betekent dat de verhuurder de nodige herstellingen en onderhoudswerken doet vooraleer de huurder in de woning trekt. Alleen veilige, gezonde en bewoonbare mogen verhuurd worden.

Recht op plaatsbeschrijving

De verplichte plaatsbeschrijving gebeurt wanneer de woning niet bewoond is, of tijdens de eerste maand van bewoning. De plaatsbeschrijving wordt op tegenspraak opgemaakt en is omstandig en gedetailleerd. De huurder en de verhuurder kunnen dit samen doen, of een onafhankelijke expert aanstellen. Beide partijen betalen dan elk de helft van zijn vergoeding.

Op het einde van de huur wordt de toestand van de woning vergeleken met deze beschreven in de plaatsbeschrijving. Voor beide partijen is het belangrijk om alle beschadigingen in detail op te nemen in de plaatsbeschrijving. De huurder moet de woning op het einde van het contract immers in dezelfde staat teruggeven.

Als u bij de plaatsbeschrijving gebreken vaststelt, dan meldt u deze best aangetekend aan de verhuurder. U vraagt ook dat de gebreken binnen een redelijke termijn hersteld worden.

Huurder betaalt huurwaarborg

Een huurwaarborg is niet wettelijk verplicht, maar is vaak opgenomen in een huurcontract. De wet voorziet twee mogelijkheden:

  • Maximaal twee maanden huur, op een geblokkeerde rekening, op naam van de huurder.
  • Maximaal drie maanden huur, gewaarborgd door de bank, al dan niet door een standaardcontract tussen een OCMW en een financiële instelling. De huurder betaalt maandelijks de waarborg af aan de bank, gedurende de huurperiode, maar tijdens een maximale termijn van drie jaar.

Maandelijkse huur

Uiteraard dient de huurder maandelijks stipt de huur te betalen. In het huurcontract komt u met de huurder overeen wanneer u de huur uiterlijk betaalt. Over de datum kunt u onderhandelen met de verhuurder zodat hij beter past bij uw persoonlijke situatie.

Voldoende meubelen en huisraad

De huurder is verplicht om voldoende meubelen en huisraad in de woning te plaatsen. Zo heeft de eigenaar iets om beslag op te leggen als de huurder de huur niet betaalt.

Meldingsplicht gebreken

Als u bepaalde gebreken vaststelt, meldt u deze zo spoedig mogelijk en bij voorkeur schriftelijk aan uw verhuurder. Wat de verhuurder niet weet kan hij immers niet verhelpen.

Werken toelaten

Als huurder bent u verplicht om dringende werken toe te laten. Dat zijn werken om problemen te herstellen die anders nog meer schade veroorzaken. Voor niet-dringende werken moet de verhuurder uw toestemming vragen. Denk bijvoorbeeld aan het vervangen van de badkamer terwijl u daar niet om gevraagd hebt. Dit is immers een inbreuk op het rustig huurgenot van de huurder.

Herstel van verborgen gebreken

Als er verborgen gebreken opduiken tijdens het huurcontract, moet de verhuurder deze oplossen. Een verborgen gebrek is bijvoorbeeld dat de zekering elke keer afspringt wanneer u de wasmachine aanzet.

Huurder houdt woning in goede staat

Als huurder bent u verplicht om de woning in goede staat te onderhouden. U moet dus zelf schoonmaken, verwarmen, verluchten en kleine onderhoudswerken doen. Bijvoorbeeld een lekkende kraan herstellen of een lamp vervangen. De verwarmingstoestellen laat u jaarlijks (mazout) of tweejaarlijks (aardgas) door een erkend technieker onderhouden. Een lijst van erkende techniekers vindt u op www.vea.be.

Samenwonen melden aan de eigenaar

Als u alleen woont, en u huwt of gaat wettelijk samenwonen, dan laat u dit best schriftelijk weten aan de verhuurder. Uw verhuurder kan u niet verbieden om samen te wonen of te huwen. Hij kan hiervoor evenmin een verhoging van de huurprijs opleggen. Onderverhuren mag niet zonder toestemming van de verhuurder. Onderverhuren is vaak in strijd met de stedenbouwkundige voorschriften.

Schade aan de huurwoning

Bij schade aan de huurwoning wordt vermoed dat de huurder aansprakelijk is. Dit is de zogenaamde huurdersaansprakelijkheid. Als huurder bent u ook verantwoordelijk voor schade aan de woning die veroorzaakt is door uw kinderen, de poetshulp, uw bezoekers …

Wanneer u kunt bewijzen dat u geen fout hebt gemaakt, bent u niet aansprakelijk. Dat kan bijvoorbeeld bij:

  • een geval van overmacht (bijvoorbeeld een blikseminslag),
  • een fout van een derde (bijvoorbeeld inbraak door derden),
  • slechte toestand van een woning (bijvoorbeeld een kortsluiting),
  • schade enkel ten gevolge van sleet, ouderdom of overmacht.

U kunt u voor deze huurdersaansprakelijkheid verzekeren met een brandverzekering. Een brandverzekering is niet wettelijk verplicht, maar ze kan wel een voorwaarde zijn in een huurcontract. Bijna 90% van de huurders heeft een woningverzekering afgesloten.

Enkel plotse en onvoorziene schade

Een brandverzekering vergoedt enkel plotse en onvoorziene schade in een reeks welomschreven situaties, zoals waterschade door een overgelopen bad of douche, uw kind dat bij het spelen een ruit breekt of de schade door een in brand gevlogen frietketel. Bij discussie met de verhuurder over uw aansprakelijkheid, kunt u rekenen op advies van uw makelaar.

Schade door sleet valt dus niet onder de brandverzekering. Evenmin als verfspatten op de vloerbekleding, een afgedraaide knop van de oven, loskomende deurstijlen, het afbreken van een marmeren keukenblad

Schade aan de inboedel

Een brandverzekering vergoedt ook de schade aan de inhoud van uw huurwoning, dus aan uw eigen meubelen, kledij, televisietoestellen. Ook hier moet de oorzaak plots en onvoorzien zijn, bijvoorbeeld door een blikseminslag, een kortsluiting, een lekkende mazoutleiding of een gebarsten afvoerpijp.

Afstand van verhaal

Soms stellen verhuurders een huurovereenkomst voor met ‘afstand van verhaal’. Dat betekent dat de brandverzekering van de verhuurder alle schade aan het gebouw zelf vergoedt. Hij haalt dus geen verhaal bij u als huurder, ook al bent u aansprakelijk. Maar zelfs met ‘afstand van verhaal’, sluit u best nog een eigen brandverzekering af. Dit om uw inboedel te verzekeren, en om uw aansprakelijkheid ten opzichte van derden te verzekeren. Bijvoorbeeld als een brand veroorzaakt door uw persoonlijke spullen, schade aanbrengt bij de buren.

Recht op onveranderde woning

Tijdens de huur mag de verhuurder geen werken laten uitvoeren die het uitzicht en de vorm van de woning veranderen. Zonder uw akkoord mag hij bijvoorbeeld niet de garage afbreken of zonnepanelen plaatsen.

Aanpassing huur

De huurprijs mag jaarlijks geà¯ndexeerd worden, tenzij het huurcontract dat verbiedt. Een herziening van de huurprijs mag elke drie jaar. Zowel de huurder als de verhuurder kunnen een herziening van de huurprijs vragen, maar enkel tussen de negende en de zesde maand voor het einde van elke driejarige periode. Als ze niet tot een akkoord komen, kan de vraag voorgelegd worden aan de vrederechter.

Bestemming van de huurwoning

Soms stelt een huurcontract dat u een woning enkel mag gebruiken om in te wonen. U mag in de loop van het huurcontract bijvoorbeeld geen dokterspraktijk openen in de huurwoning als die enkel voor een hoofdverblijfplaats bestemd is.

Recht op privacy

Zonder uw toestemming mag de verhuurder de huurwoning niet betreden. De verhuurder heeft wel het recht om één keer per jaar de huurwoning te bekijken, om te zien of u goed zorg draagt voor uw woning. Hij mag ook langskomen om dringende werken te doen die niet tot het einde van de huur kunnen worden uitgesteld. Hiervoor moet hij steeds op voorhand een afspraak met u maken. Ten slotte kan hij ook bezoekdagen en –uren met u afspreken als hij de woning wil verkopen of verhuren. Uiteraard kan dit enkel als de huurovereenkomst beëindigd wordt.

Als huurder huurovereenkomst opzeggen

Huurcontracten van korte duur, dus maximaal drie jaar, kunnen enkel worden opgezegd tegen de einddatum. Zowel de huurder als de verhuurder moeten daarbij een opzegtermijn van drie maanden respecteren. Een contract van korte duur kan eenmaal worden verlengd. De totale duur mag echter nooit meer dan drie jaar zijn. Als een kortlopend huurcontract niet opgezegd wordt tegen de einddatum, wordt het automatisch omgezet in een negenjarige huurovereenkomst met als begindatum de aanvang van het oorspronkelijke contract.

Bij een huurcontract van negen jaar of langer kan de huurder op gelijk welk moment, mits een vooropzeg van drie maanden, de huurovereenkomst opzeggen.

De schadevergoeding voor de vervroegde opzeg hangt af van wanneer de opzegtermijn eindigt en of het contract geregistreerd is vóór de opzeg:

  • Tijdens het eerste jaar: drie maanden huur
  • Tijdens het tweede jaar: twee maanden huur
  • Tijdens het drie jaar: een maand huur
  • Vanaf het vierde jaar: geen schadevergoeding
  • Als de verhuurder de huurovereenkomst niet heeft geregistreerd voor u de opzeg betekent: geen schadevergoeding

Als verhuurder huurcontract opzeggen

Bij huurcontracten tot drie jaar is geen vooropzeg mogelijk. Bij langere huurovereenkomsten is een opzeg door de verhuurder mogelijk:

  • Elke drie jaar, mits een vooropzeg van zes maanden en mits betaling van een vergoeding gelijk aan negen maanden (eerste drie jaar) of zes maanden (tegen einde van het zesde jaar).
  • Als de verhuurder zelf of een familielid het pand gaat betrekken mits een opzegtermijn van zes maanden. Het opzegmotief moet binnen een jaar na het verstrijken van de opzeg en gedurende twee jaar worden uitgevoerd.
  • Als de verhuurder grote werken laat uitvoeren, mits een vooropzeg van zes maanden, en slechts elke driejarige periode. De werken dienen aan een aantal voorwaarden te voldoen. Ze moeten binnen zes maanden na het einde van de opzegtermijn beginnen en binnen 24 maanden eindigen.

Wanneer de verhuurder zijn motief niet tijdig uitvoert zonder goede reden, heeft de huurder recht op achttien maanden huur.

Wordt een negenjarige huurovereenkomst niet opgezegd tegen einddatum dan loopt deze aan dezelfde voorwaarden verder.

Vraag advies aan uw makelaar

Meer info over de rechten en de plichten van een huurder vindt u op www.huurdersbond.be.

Bron: http://www.vivium.be

Lees het volledige bericht